e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebrekkig spreken stroddelen: strottele (Eys), štr‧oͅdələ (Eys), zich aanstoten: ze.x ˂ā.št‧uətə (Eys) gebrekkig spreken [hakkelen, tottelen, stamelen, touwen, tatewalen, totteren, stotteren] [N 87 (1981)] III-3-1
gebruik gebruik: gebroek (Eys), gebrōēk (Eys), gebrūk (Eys), gewente: gəweͅndə (Eys) Een wijze van doen die in meer of minder ruime kring in zwang is [gebruik, gewoonte, gewente, zwang, geplogenheid]. [N 88 (1982)] || gebruik [SGV (1914)] III-3-2
geburen buurlui: buurluui (Eys), naburen: (m. mv.).  n‧oͅabərə (Eys) alle buren samen [geburen, gebuur] [N 90 (1982)] III-3-1
gedachtenis aandenken: ā. de.ŋkə (Eys) terugdenkend aan overleden personen op bepaalde data [gedenken, geheugen] [N 85 (1981)] III-1-4
gedeeltelijk opvullen pfuschen: f ̇̇ušǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Open ruimten in de opvulling laten. Dit werd volgens Lochtman (pag. 173) vroeger, toen er nog met de hand werd opgevuld, uit luiheid gedaan. Volgens een invuller uit Q 121 kon de term "pfuschen" ook worden gebruikt voor het verwerken van oud hout in de opvulling in plaats van stenen. Dit was ten strengste verboden omdat het mijnschade kon veroorzaken. Zie ook het lemma Een Stuk Mijngang Onopgevuld Laten, Wld II.4, pag. 82. [N 95, 553; N 95, 554; monogr.; div.] II-5
gedenken; gedachtenis achterdenken: aterdinke (Eys), gedenken: gedenken (Eys), gəde.ŋkə (Eys) nagedachte [SGV (1914)] || terugdenkend aan overleden personen op bepaalde data [gedenken, geheugen] [N 85 (1981)] III-1-4
gedoopt worden gedoopt worden: gedupt weadden (Eys) Gedoopt worden. [N 96D (1989)] III-3-3
gedupeerd gezien: gezie (Eys), zich gekloot haan: ze.x˃ gəkl‧uət hā.n (Eys), zich gekuld haan: ze.x˃ gək‧øͅlt hā.n (Eys) veel nadeel of hinder van een of andere daad of woorden ondervindend [gezien, geleverd, gepluimd] [N 85 (1981)] III-1-4
gedurige aanbidding aanbidding sacrament (<lat.): aanbidding sacrament (Eys) Altijddurende/gedurige aanbidding van het Sacrament des Altaars. [N 96B (1989)] III-3-3
gedwee braaf: braaf (Eys), gewillig: gəw‧eləx (Eys) blijken van onderworpenheid tonend, zonder nadenken opdrachten uitvoerend [gewillig, braaf, gedwee, gemakkelijk, goed, zacht] [N 85 (1981)] III-1-4