e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huis, woning huis: hōēs (Eys) huis [SGV (1914)] III-2-1
huishouden huishouden: hōēshŏwe (Eys) huishouden [SGV (1914)] III-2-1
huisjesslak karakol: karkol (Eys), krakol (Eys), WLD  ka.rk‧oͅl (v.) (Eys) Hoe noemt u de slak die haar huisje op haar rug meedraagt (kerrekol) [N 83 (1981)] || slak, huisjesslak [SGV (1914)] III-4-2
huismus, mus mus: musj (Eys), mŭsj (Eys) Hoe heet de huismusch? [DC 06 (1938)] || musch [SGV (1914)] III-4-1
huisvlieg, vlieg huisvlieg: hōēsvleeg (Eys), vlieg: vleeg (Eys, ... ) huisvlieg [SGV (1914)] || vlieg [SGV (1914)] || vlieg, huisvlieg [DC 18 (1950)] III-4-2
huisweide bleekplaats: bleͅi̯kplāts (Eys) I-7
huiszegen huiszegen: hoeszaege (Eys) De Huiszegen, d.w.z. een ingelijste afbeelding van O.L. Heer aan het kruis, waaronder enkele gebeden, of een tekstplaat in sierschrift, waarop een gebed over huis en bewoners of een uit Rome ontvangen plaat waarop de afbeelding van de paus, vermelding van [N 96B (1989)] III-3-3
huiszegening huiszegening: hoeszegening (Eys) De huiszegening op Driekoningen of op Paaszaterdag. [N 96B (1989)] III-3-3
huiszwaluw zwalber: sjwalber (Eys) huiszwaluw [DC 18 (1950)] III-4-1
huiveren schudderen: sj"tere (Eys) huiveren [SGV (1914)] III-1-2