e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
joelen kwaken: kwaake (Eys), rament maken: (het eerste woord is onzijdig).  rameͅ.nt mā.kə (Eys), ramenten: Van Dale: ramenten, (gew.) lawaai maken, rommelen.  rameͅ.ntə (Eys), schandaal maken: (het eerste woord is onzijdig).  šənd‧āl mā.kə (Eys), schandalen: šənd‧ālə (Eys) zich luidruchtig gedragen met veel gebaren en bewegingen; joelen [kwaken, jouwen, joelen, herriën, stachelen] [N 87 (1981)] III-3-1
jojo jojo: jojo (Eys), jōjō (Eys) Het speeltuig bestaande uit een schijf die langs een koord dat eromheen gewonden is, afloopt en door de traagheid zichzelf weer opwindt [jojo]. [N 88 (1982)] III-3-2
jokken bemuilen: bemoele (Eys), over iemand (liegen).  ‧eͅŋə bəm‧ulə (Eys) onwaarheden vertellen [beuzelen, gekken, jokken, leugen] [N 85 (1981)] III-3-1
jong (bn.) jong: ⁄t kink is nŏg jonk (Eys) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong dat pluimen begint te krijgen pluimen op krijgen: Opm. betekent: hij krijgt pluimen op.  ə ki.t pl‧ymən o.p (Eys) een jong met schietende pluimen? [N 93 (1983)] III-3-2
jong en kaal vogeltje klein vogeltje: klae vugelke (Eys), kweker: kweker  kweaker (Eys) een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. naakt: na.kš (Eys), naks (Eys), nog niet vlug: noͅ.x ne.t vlø.k zi.ə (Eys) nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] || nog niet in staat om te vliegen, gezegd van jonge vogels (kak, kwak) [N 83 (1981)] III-4-1
jong van een dier jong: jonk (Eys), WLD  jo.ŋk (o.) (Eys), klein diertje: klee deerke (Eys) Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || klein beestje [DC 37 (1964)] III-4-2
jong varken bag: bak (Eys), bagje: bɛkškǝ (Eys) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge duif jonge, een ~: (m.).  jo.ŋə (Eys), pieper: pieper (Eys) een jonge duif jonger dan één jaar? [N 93 (1983)] || Hoe heet een jonge duif, nog te jong om mee te spelen? [N 93 (1983)] III-3-2