e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nors nors: nors (Eys), onvriendlijk: o.nvrø.ntlex (Eys), stom: št‧oͅm (Eys), stubbig: šty.pex (Eys), zuur: zoer (Eys), zōēr (Eys), zu.ər (Eys) norsch (barsch) [SGV (1914)] || onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)] III-3-1
noten afslaan noten houwen: ny.ət h‧oͅu̯ə (Eys) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] III-2-3
notenboom notenboom: -  noeəteboom (Eys) okkernoot [DC 17 (1949)] I-7
notendop schaal: schaal (Eys), š‧āl v. (Eys) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] I-7
notulen notulen: notulen (Eys), (v.mv.).  n‧ōty.lə (Eys) het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)] III-3-1
noveen noveen (<lat.): noveen (Eys) Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)] III-3-3
nummeren merken: mę̄.rǝkǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Winterslag, Waterschei]) Mijnwagens met krijt voorzien van een nummer of een merkteken om ze op deze wijze te kunnen tellen. [monogr.; N 95, 677; N 95, 682] II-5
nutteloze arbeid verrichten geen zweck (du.) haan: da.t ha.t˃ g‧eͅŋə tsweͅ.k (Eys), nergens goed voor zijn: da.t ˂e.s nøͅ.rəgəs˃ go.t˃ vy.ər (Eys), onbenullig werk: onbenullig werk (Eys) nutteloze arbeid verrichten [N 85 (1981)] III-1-4
o.v.s.-gebouw op de o.v.s.: op˲ dǝ [o.v.s.] (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) De Ondergrondse Vakschool waar de mijnwerker wordt opgeleid voor het mijnwerk ondergronds. [N 95, 24] II-5
obstakel ongemak: o.  o.ngəmā.k (Eys), ongerief: ongerief (Eys) iets dat het tot een einde brengen van een handeling in de weg staat [ongerief, mishand] [N 85 (1981)] III-1-4