e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
okkernoot boomnoot: -  boomnoeət (Eys), noot: nōēwt (Eys), nūūwt (Eys) noot (vrucht) [SGV (1914)] || noten (mv.) [SGV (1914)] || okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
oksaal oksaal: oksaol (Eys) Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
olie l (du.): öel (Eys), olig: oalig (Eys), salade-olig: slaatolig (Eys), šl‧āt˂oͅa.le.x (Eys) olie [SGV (1914)] || olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
olieverf oligsverf: ǭlexs˲[verf] (Eys) Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.] II-9
omarmen lief houden: leef hoate (Eys), omarmen: omarma (Eys), pakken: eͅŋə pa.kə (Eys) omvatten, Met gestrekte armen ~ (vademen, omvademen, spannen, omarmen). [N 84 (1981)] III-1-2
omgang van de toren omgang: umgank (Eys) De omgang, de trans van de toren. [N 96A (1989)] III-3-3
omheining van het kerkhof kerkhofsheg: de kirkhofshek (Eys), tuin: WNT: tuin, I. Datgene wat tot af- of omperking dient.  tuung (Eys) De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)] III-3-3
omheining van ijzeren spijlen stanketsel: štakɛtsǝl (Eys) Omheining van ijzeren spijlen of staven. [A 25, 4e] I-8
omheining van takken spalier: špalēr (Eys) Omheining van een erf of een stuk land, gevlochten van takken. [A 25, 4b; monogr.] I-8
omhelzen lief duwen: leef dŭje (Eys), om de hals krijgen: ŭm gen gŏs krīēge (Eys) omhelzen [SGV (1914)] III-1-2