e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ontvangen beuren: buren (Eys), by.ərə (Eys) in het bezit gesteld worden van bijv. geld [beuren, inbeuren ontvangen] [N 89 (1982)] III-3-1
ontzien ontzien: o.nt˃zi.ə (Eys), ontzie (Eys) iemand zoveel mogelijk sparen [ontzien, vreeuwen, vieren] [N 85 (1981)] III-1-4
onverantwoord kolen delven ruppen/roppen: ru.pǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) Steenkool wegnemen op een plaats waar dit niet mag, of op onoordeelkundige wijze. Vooral het onverantwoordelijke aspect van het "ruppen/roppen" wordt door een aantal zegslieden benadrukt. Zo schrijft een respondent uit Q 113 dat men op de vier Oranje-Nassaumijnen met deze term bedoelde het weghalen van de kool achter de stijlen zonder ondersteuningen te plaatsen, terwijl een invuller uit Q 121 daar nog aan toevoegt dat dit op de Domaniale mijn gebeurde wanneer er te weinig wagens geproduceerd waren. [N 95A, 2; monogr.; N 95, 510] II-5
onvolgroeide vrucht verkruppelde, een -: geslacht naar gelang van de vrucht  vərkrø.pəlde m./v. (Eys) Een onvolgroeide vrucht (krots, gast). [N 82 (1981)] I-7
onvruchtbare koe manse koe: mau̯s kōu̯ (Eys) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11
onwaardig onwaardig: onwuurdieg (Eys) Onwaardig [ónwèèrdig, ónwuurdieg]. [N 96D (1989)] III-3-3
onweerx donderweer: donderwêjr (Eys) onweersbui [SGV (1914)] III-4-4
onwel gammel: gammel (Eys), krank: ze.ch kraŋk v"lə (Eys), niet goed: ze.ch ne.t go.t v"lə (Eys), niet lekker: neet lekker (Eys), niet richtig (du.): ze.ch ne.t re.chtəch v"lə (Eys) Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, onlustig, niet prut, kadies, dings). [N 84 (1981)] || Zich niet lekker voelen (spijten, kruchen, in de lappenmand zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
onwennig (voelen) niet heem: nit heem veule (Eys), ze.x ne.t hē.m v‧ø̄lə (Eys) nog niet op zijn gemak zijn in een nieuwe toestand [N 85 (1981)] III-1-4
onze-lieve-heer onze-lieve-heer: slivenheer (Eys) Onze Lieve Heer [slievenheer]. [N 96D (1989)] III-3-3