e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rotstraal rotstraal: rǫtštrǭl (Eys) Ziekte bestaande in een rotting van de hoornstraal van de hoef, vooral tengevolge van het onhygiënische omstandigheden op stal zoals het langdurig staan in vochtige mest en urine, waardoor de hoeven verweken. Uit de straalgroeve loopt een wit, stinkend vocht. Als de straallederhuid eveneens wordt aangetast, kan kreupelheid optreden. Zie ook het lemma ''straalkanker'' (7.31). Zie afbeelding 15.' [A 48A, 18; N 8, 90l; N 52, 32c; monogr.] I-9
rotten rotten: ro.tə (Eys), verschrompelen: verschrompeld (Eys), vuilen: v‧ulə (Eys) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] III-2-3
rotten, van fruit rotten: ro.tə (Eys), vuilen: v‧ulə (Eys) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
rouw dragen rouw dragen: rouw dragen (Eys) Rouw dragen. [N 96D (1989)] III-3-3
rouwbrief dodenbrief: of bruf? moeilijk leesbaar  de doedebrief (Eys) De rouwbrief. [N 96D (1989)] III-3-3
rouwkrans krans: krants (Eys) De krans die op de kist wordt gelegd [krants]. [N 96D (1989)] III-3-3
rouwsluier sluier: een sluier (Eys) een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)] III-2-2
roven roven: r ̇ōvǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) De ondersteuningen wegnemen uit het ontkoolde pand. Met de term "snoeien" duidt men volgens de invullers uit Q 15 en Q 113 op respectievelijk de mijnen Maurits en de Emma het geheel of gedeeltelijk doorsteken van houten stijlen aan. [N 95, 568; N 95, 544; N 95, 571; N 95, 355; monogr.] II-5
rover rover: r ̇ōvǝr (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) Mijnwerker die de ondersteuningen uit het ontkoolde pand verwijdert. Men noemt ze "rovers" omdat ze de stutten wegnemen of roven alhoewel ze hun "buit" in het pand nevens de transportinstallaties achterlaten ter beschikking van de houwers van de volgende ploeg. De benaming "mannetjesklopper" halen ze uit het feit dat ze de spie van de metalen schuifstempels - waarin men met wat verbeelding het silhouet van een ijzeren "mannetje" kan vinden - met een lange hamer uit haar slot kloppen, waardoor de stempel ineenschuift (Defoin pag. 101). [N 95, 569; monogr.; Vwo 269; Vwo 385; Vwo 390; Vwo 500; Vwo 672; Vwo 719] II-5
royaal royaal (<fr.): rəjaal (Eys), vlot: flŏt (Eys) gul [SGV (1914)] || royaal [DC 02 (1932)] III-3-1