e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
struikhei bezemhei: bessemhei (Eys) Struikhei (calluna vulgaris). Een 20 tot 100 cm laag heestertje; de bladeren zijn smal en ongesteeld, ze bevinden zich in 4 rijen en zijn niet afvallend; de bloemen bevinden zich in rijke trossen en zijn naar één kant gericht, meestal rozerood of paars va [N 92 (1982)] III-4-3
struikrover bandiet: (m.).  bandi.t (Eys), struikrover: struukrover (Eys) een rover die zich in en achter struiken verbergt om vandaaruit de voorbijgangers te overvallen [binder, baanstroper, struikrover] [N 90 (1982)] III-3-1
struma krop: kroͅ.p (Eys), struma: struma (Eys), Nieuwer.  štruma (Eys) Struma: gezwel aan de hals, als gevolg van vergroting van de schildklier (krop, struma, kropziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
stucadoor pleisterman: pliǝstǝrmān (Eys) Arbeider die bepleisteringen op muren en plafonds aanbrengt. De woordtypen 'stucpaffer' en 'pleisterbuil' werden in Q 121 gebruikt voor de stucadoor die de eerste pleisterlaag met grote kracht tegen de muur smeet. Op deze wijze werd de hechting van het materiaal aan de muur bevorderd. [N 30, 3c; monogr.; div.] II-9
stuifsneeuw stubsneeuw: stubsneeuw  stop snee (Eys) verschillende soorten sneeuw [spuwsneeuw, watersneeuw] [N 81 (1980)] III-4-4
stuifzand stub: stup (Eys), stuifzand: stuifzank (Eys), stuufzand (Eys) stuifzand, zeer fijn zand dat gemakkelijk stuift [vliegzand, stobber] [N 81 (1980)] III-4-4
stuiken huiven bruien: hy(3)̄və bryiə (Eys), in een kuiltje stuiken: huuve sjtoekke in ee kulke (Eys), stuiten: stuite (Eys) Knikkers in een kuiltje gooien [stoeken, stuiten]. [N 88 (1982)] || stuiken [knikkers ~ in een kuiltje] [SGV (1914)] III-3-2
stuipen stuipen: də šty(3)̄.pə hā.n (Eys), stuupe (Eys), šty(3)̄.pə (Eys) stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)] || stuipen: Plotselinge spiersamentrekkingen, vaak samen met bewustloosheid; stuipen (stuipen, gaven, convulsies). [N 84 (1981)] III-1-2
stuiptrekken nog trekken van de nerven: (men zegt) dø nɛrvǝ trɛkǝ nox (Eys) Als de slachter het dier geschoten en gestoken heeft, blijft het nog enige tijd spartelen ten gevolge van het onwillekeurig samentrekken der spieren. [N 28, 16; monogr.] II-1
stuiven van droog zand of stof stubben: sjtŭbbe (Eys) stuiven [SGV (1914)] III-4-4