e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vin vin: vin (Eys), vinne (Eys, ... ), WLD  v‧en (v.) (Eys) Hoe noemt u het min of meer waaiervormige voortbewegingsorgaan van een vis, op de rug, borst en buik en aan de staart (vin, vlim) [N 83 (1981)] || vin [SGV (1914)] || vinnen [SGV (1914)] III-4-2
vinden vinden: vīnge (Eys) vinden [SGV (1914)] III-1-2
vinger vinger: vingere (Eys), viŋər (Eys) vinger [DC 01 (1931)] || vingers [SGV (1914)] III-1-1
vinger, maat kleiner dan een duim vinger: vinger (Eys) de maat die een lengte aangeeft, kleiner dan een duim (2 1/2 cm) [vinger] [N 91 (1982)] III-4-4
vingerhoed, maat van 1 centiliter vingerhoed: vingerhod (Eys), m.; (voor vloeistoffen).  v‧eͅŋərho.t (Eys) een maat die een inhoud aangeeft van 0,01 liter [vingerhoed] [N 91 (1982)] III-4-4
vingerhoedskruid vingerhoedskruid: vingerhoedskroed (Eys) Vingerhoedskruid (digitalis purpurea 30 tot 150 cm groot. De stengels en bloemstelen zijn viltig behaard, de bladeren zijn ei- tot lancetvormig, de bladrand is gekarteld. De bladeren zijn aan de onderkant grijsharig. De bloemen staan in eindstandige tro [N 92 (1982)] III-4-3
vink botvink: bofink (Eys) Hoe heet de vink? [DC 06 (1938)] III-4-1
viool viool: fijuəl (Eys), vioel (Eys) Het muziekinstrument dat bestaat uit een houten kast met klankgaten en een hals waarop 4 snaren zijn gespannen en dat bespeeld wordt met behulp van een strijkstok [viool, fiool, tremp]. [N 90 (1982)] III-3-2
vis, algemeen vis: visj (Eys), visje (Eys) visch [SGV (1914)] || visschen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
vishengel garde: geͅat (Eys), hengel: hengel (Eys), visgarde: visjgêjet (Eys), vøsjgeͅat (Eys), vislijn: vislieng (Eys) hengel [SGV (1914)] || Het vistuig bestaande uit een lange houten of rieten stok; aan het uiteinde is een snoer bevestigd waaraan een verschuifbare dobber zit en aan het einde een haakje [hengelgarde, topgaarde, geert, garde, lijn, roede, visgeert, vislijn, visroede]. [N 88 (1982)] III-3-2