e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

Gevonden: 5461
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
difterie difterie: difritis (Eys), difteritis: (v.).  de.ftəri.təs (Eys) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: difterie: gele vliesjes in bek en keel? [N 93 (1983)] III-3-2
dij dik van het been: `t diek van `t bee (Eys), dīkə van ət bē (Eys) dij [SGV (1914)] || dij - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
dijk dijk: dijk (Eys) een weg tussen twee sloten (dijk) [N 90 (1982)] III-3-1
dik worden stijf werden: stijf worden  štī.f weͅa.də (Eys) dik worden; Hoe noemt U: Dik worden, gezegd van b.v. pap (dijen) [N 80 (1980)] III-2-3
dikke neus dikke neus: di.kə nās (Eys), dikke tul: di.kə tyl (Eys), dikke tuul (Eys) neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren). [N 84 (1981)] III-1-1
dinsdag dinsdag: ich kom ⁄n die?end? (Eys), m.  di.əns˂dex (Eys) de derde dag van de week, dinsdag [destag, dijsdag, dijnsdag, diessendag] [N 91 (1982)] || Dinsdag [ik kom ~] [SGV (1914)] III-4-4
dinsdag voor aswoensdag vastelavondsdinsdag: vastelaofensdiensdig (Eys), vastəloͅavəntsdiənsdex (Eys) De naam voor de dinsdag vóór aswoensdag [carnavalsdinsdag]. [N 88 (1982)] III-3-2
diploma, houwersdiploma diploma: dipl˙ōma (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Zolder]) Na het volgen van de cursus voor houwer of elektricien krijgt men het bijbehorende diploma. [N 95, 995] II-5
dirigent directeur: derəkt"r (Eys), dirigent: derəgeͅnt (Eys), dirigent (Eys) De leider van een orkest of koor [dirigent, muziekmeester]. [N 90 (1982)] III-3-2
dirigent van het zangkoor dirigent (<du.): dirigent (Eys) De dirigent, de leider van het zangkoor. [N 96B (1989)] III-3-3