24583 |
duivekervel |
duivekervel:
doevekervel (Q202p Eys)
|
Duivekervel (fumaria officinalis 10 tot 40 cm groot. De stengels groeien rechtop of liggend; de bladeren zijn zeer fijn verdeeld met langwerpige, lijnvormige slippen; de bloemen groeien in losse trosjes, ze zijn lichtroodviolet met bijna zwarte top, ze [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23225 |
duivel |
duivel:
duuvel (Q202p Eys)
|
De duivel [duvel, duuvel, deivel]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21992 |
duiven inkorven |
inkorven:
inkurve (Q202p Eys),
‧eͅk‧øͅrəvə (Q202p Eys)
|
Hoe heet het in de reismand stoppen van de duif in het duivelokaal? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21971 |
duiven inzetten |
inkorven:
‧eͅk‧øͅrəvə (Q202p Eys),
inzetten:
inzette (Q202p Eys)
|
Hoe heet het inzetten van duiven in wedstrijden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22098 |
duiven keuren |
keuren:
kuren (Q202p Eys),
nakijken:
n‧oͅaki.kə (Q202p Eys)
|
de duif keuren in het hok om over de deelneming aan een vlucht te beslissen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22035 |
duiven kweken |
trekken:
treͅ.kə (Q202p Eys)
|
Wat is de dialectbenaming voor: duiven houden voor de voortplanting alleen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22113 |
duiven terugbrengen |
terugkomen:
teruukkoome (Q202p Eys),
try.kko.mə (Q202p Eys)
|
de duiven terugbrengen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21965 |
duivenhok |
duifhuis:
dufǝs (Q202p Eys),
duives:
doefes (Q202p Eys),
doeffes (Q202p Eys),
(o.).
du.vəs (Q202p Eys)
|
(duiven)til [SGV (1914)] || Hoe heet de woonplaats van de duif? [N 93 (1983)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker]
I-6, III-3-2
|
22156 |
duivenhok als een apart gebouw |
tuinduives:
(o.).
tøͅ.i̯ndu.vəs (Q202p Eys),
tuinhok:
tuinhok (Q202p Eys),
(o.).
tøͅ.i̯nhoͅ.k (Q202p Eys)
|
een duivenhok als een apart gebouw? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22079 |
duivenhok op een zolder |
zolderhok:
zulderhok (Q202p Eys),
(o.).
z‧øͅldərhoͅ.k (Q202p Eys)
|
een duivenhok op een zolder? [N 93 (1983)]
III-3-2
|