e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dulden goed kunnen hebben: go.t k‧eͅnə hā.n (Eys), uitstaan: oetstao (Eys), verdragen: vərdrā.gə (Eys) iemand dulden in zijn nabijheid, het kunnen uithouden [luchten, uithouden, uitstaan] [N 85 (1981)] III-3-1
durfal durver: durver (Eys), schind-aas: o.  šeͅ.n‧oͅas (Eys), verrekkeling: m.  vreͅ.kəleŋ (Eys) iemand die alles durft te doen [kadee, mannekeskneuter, durfal] [N 85 (1981)] III-1-4
durven durven: durvə (Eys), dŭrreve (Eys), kamau in de prij haan: ka.mōͅ.u̯ e.n də pr‧ii̯ hā.n (Eys), kamau in zich haan: ka.mōͅ.u̯ e.n ze.x hā.n (Eys) durven [SGV (1914)] || durven (geen context) [DC 37 (1964)] || heel veel durf hebbend [frank, boud, stout] [N 85 (1981)] III-1-4
dutje dutje: du.kə (Eys), dutje (Eys), hazenslaap: hazeslaop (Eys) Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] || Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)] III-1-2
duur duur: duur (Eys), duuər (Eys), d‧yər (Eys), prijzig: priezig (Eys), pr‧īzex (Eys) duur: Dit grote huis wordt me te -, ik ga kleiner wonen [DC 35 (1963)] || veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)] III-3-1
duwen duwen: dŭje (Eys) duwen [SGV (1914)] III-1-2
dwangbuis dwangbuis: dwangbuus (Eys), (v.).  dw‧aŋb‧øͅi̯s (Eys) een op de rug sluitend jasje met lange mouwen om in razernij verkerende krankzin-nigen het gebruik van hun armen te ontnemen [dwangbuis, zotkapootje] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalk bahneschwelle (du.): (v.).  bā.nəšu̯‧ɛl (Eys), biels: biels (Eys) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbeuk dwarsschip: het dwaesschip (Eys) Het dwarsschip, de dwarsbeuk van een kruiskerk [transept?]. [N 96A (1989)] III-3-3
dwarsdrijven warsdrijven: wèjisjdrieve (Eys) dwarsdrijven [SGV (1914)] III-1-4