19345 |
dwarsdrijver |
dwarserik:
dwärserik (Q202p Eys),
warsdrijver:
wèjisdriever (Q202p Eys),
m.
wēͅ.əš˂drī.vər (Q202p Eys)
|
dwarsdrijver [SGV (1914)] || iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
27193 |
dwarsligger |
zwel:
šw˙ɛl (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits])
|
Houten of ijzeren dwarsligger waarop de spoorstaven worden bevestigd. De vormen "sousguide" en "travers" worden in de Belgische mijnen voornamelijk ondergronds gebruikt, terwijl men bovengronds meestal van "bille" spreekt (Vanwonterghem pag. 202). [N 95, 709; monogr.; Vwo 132; Vwo 300; Vwo 722; Vwo 790]
II-5
|
27985 |
dwarspijler |
querstreb:
kwę.arštr ̇ēp (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale])
|
Pijler die evenwijdig aan de strijkrichting van de koollaag ligt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -(pijler) het lemma Pijler. [N 95, 480; N 95, 286]
II-5
|
18802 |
dwaze streek |
domgraverij:
v.
d‧uəmgr‧oͅavəreͅ.i̯ (Q202p Eys),
stomme streek:
stomme strek (Q202p Eys)
|
een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18904 |
dwaze, onbezonnen daad |
actie:
actie (Q202p Eys),
gekke slag:
m.
geͅ.kə šlā.x (Q202p Eys)
|
een dwaze onbezonnen daad [akt, actie, kapsie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19504 |
dweil |
schrobdoek:
šrup˂dōk (Q202p Eys),
schrobhoddel:
šruphodəl (Q202p Eys)
|
grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19657 |
dweilen |
schrobben:
šrubə (Q202p Eys, ...
Q202p Eys)
|
stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19260 |
dwingen |
dwingen:
dwinge (Q202p Eys),
getswonge zīēe (Q202p Eys),
zwingen (du.):
tsw‧eͅŋə (Q202p Eys)
|
het iemand onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen [dwingen, nopen] [N 85 (1981)] || nopen [SGV (1914)]
III-1-4
|
27320 |
dynamiet |
dynamiet:
dinami.t (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits])
|
Springstof met nitroglycerine als grondstof. Dynamiet wordt vooral gebruikt om zeer harde steenlagen los te maken. [N 95, 422; N 95, 419; monogr.; Vwo 301]
II-5
|
28217 |
dynamo |
dynamo:
din˙āmo. (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
De kleine dynamo die gekoppeld is aan een door perslucht aangedreven turbine en de benodigde elektrische stroom levert voor de persluchtlamp. [N 95, 259]
II-5
|