22102 |
inzetten per twee willekeurige duiven |
koppel:
koppel (Q202p Eys),
(v.).
ko.pəl (Q202p Eys),
koppelprijs:
(m.).
ko.pəlprī.s (Q202p Eys)
|
Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: per twee willekeurige duiven (onaangeduide serie)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20827 |
inzouten |
zouten:
zŏte (Q202p Eys)
|
zouten (mv.?) [SGV (1914)]
III-2-3
|
17593 |
iris |
iris:
iris (Q202p Eys),
oogappel:
ōaga.pəl (Q202p Eys)
|
Iris: het gekleurde gedeelte van het oog waarin zich de pupil bevindt. [N 84 (1981)]
III-1-1
|
21915 |
jaarduif |
jarige, een ~:
jaerige (Q202p Eys),
(m.).
j‧øͅəregə (Q202p Eys)
|
een jonge duif van één jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
23514 |
jaargetijde |
jaardienst:
joaërdeenst (Q202p Eys)
|
Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21851 |
jaarmarkt |
jaarmarkt:
jaormaat (Q202p Eys),
m.
j‧oͅarmā.t (Q202p Eys)
|
de markt die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden [foor, jaarmarkt] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21181 |
jagen |
jagen:
jage (Q202p Eys)
|
voorttrekken van een trekschuit [jagen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18259 |
jak |
jak:
(mannelijk).
jak (Q202p Eys)
|
jak [SGV (1914)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
sjalōēws (Q202p Eys),
sjeloës (Q202p Eys),
šəl‧uəs (Q202p Eys)
|
een andere om iets benijdend [jaloers, afgunstig] [N 85 (1981)] || jaloersch [SGV (1914)]
III-1-4
|
20548 |
jam |
jam:
jem (Q202p Eys),
sjäem (Q202p Eys),
ž‧ɛ̄m (Q202p Eys)
|
jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)]
III-2-3
|