e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knipbrood weg: węk (Eys) Brood waarin met behulp van schaar of mes een gleuf is aangebracht. Voor de overige broodsoorten en producten van het bakken zij verwezen naar het deel "Algemene Woordenschat". [N 29, 44b; N 29, 44a; N 29, 43] II-1
knipogen een oogje knikken: ə "chškə kne.kə (Eys), ogen pitsen: oge pietsse (Eys) Knipogen: een oog even sluiten en weer openen, als teken van verstandhouding (knipogen, pinken). [N 84 (1981)] III-1-1
knipvlies derde rand: (m. (= derde rand).  dr‧eͅi̯də ra.ŋk (Eys), velletje: velke (Eys) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: knipvlies (derde ooglid dat zichtbaar wordt)? [N 93 (1983)] III-3-2
knobbels in de uier knobbelen: knubǝlǝ (Eys) Knobbels die in de uier kunnen ontstaan bij uierontsteking. [N 52, 5c; A 48A, 10c] I-11
knoeien slabberen: sjlabbere (Eys) morsen [SGV (1914)] III-2-3
knoeien, morsen, bevuilen slabberen: sjlabbere (Eys) morsen [SGV (1914)] III-4-4
knoeier hoddelsjong: m.  h‧oͅdəlsj‧oͅŋ (Eys), nalatige, een -: m.  n‧oͅal‧iəsegə (Eys) iemand die zijn werk steeds verwaarloost [hordserd] [N 85 (1981)] III-1-4
knoest knoespel: knu.spəl (Eys), knoest: knoest (Eys) Een harde, ruwe uitwas aan een boom (knoes, kwar, aast, knoop, inwas, knoest). [N 82 (1981)] III-4-3
knokkelkuiltjes knokkelkuiltjes: knūəkəlkŭŭlkəs (Eys), kuiltjes: kylkə (Eys), plooien: plowwe (Eys), vingerkuiltjes: vingerkuulkes (Eys) De deukjes op de gewrichten tussen hand en vinger, die men ziet op de handjes van dikke babys, maar ook wel bij dikke kinderen en mensen? [DC 21 (1952)] || deukjes, De ~ op de gewrichten tussen de hand en vinger. [N 84 (1981)] III-1-1
knollen uittrekken kruiden: krūǝǝ (Eys) In oktober worden de bieten geoogst. Vroeger werden ze met een riek uitgestoken, later met een speciaal stuk gereedschap, zie het lemma Bietenrooier. Het bleef zwaar werk. Het object van het werkwoord is steeds "knollen" zoals in het lemma Knolvoer, Rapen (Coll.). Vergelijk ook het lemma Aardappels Rooien. [N Q, 11a; monogr.; add. uit Goossens 1963, kaart 17] I-5