18065 |
knobbelen |
klierziekte:
De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.
knobələ (Q003p Genk),
knubbels (Q088p Lanaken),
klonteren:
knobbələn (Q014p Urmond),
knoebbele (Q202p Eys),
knoebele (Q208p Vijlen),
knabbelen:
knoebele (L159a Middelaar),
knōēbele (Q030p Schinveld),
kniezen:
hei is altiet aan knobbele (L355a Linde),
knobbels in de uier:
knobǝlǝ (L292p Heythuysen, ...
Q099q Rothem),
knubǝlǝ (Q202p Eys),
melaatsheid:
knoebelen (Q003p Genk),
puistjes:
knòòbbele (Q187p Sint-Pieter),
rijk zijn:
er had knoebelen (Q039p Hoensbroek),
slordig spinnen:
knubǝlǝ (P047p Loksbergen),
vlees- en spieraanzetting links en rechts op de borst:
knubǝle (L387p Posterholt)
I-11, I-9, II-7, III-1-2, III-1-4, III-2-3, III-3-1
|
|