32839 |
mestplakken verspreiden |
flatten spreiden:
flatǝ špręi̯ǝ (Q202p Eys)
|
De koemestplakken in de wei met een riek of schop uit elkaar slaan, om te voorkomen dat er zich op die plekken schitbossen vormen. [NM, 8b; N 11A, 40b; div.; monogr.]
I-2
|
33408 |
mestplank onder de zitstokken |
mestplank:
męsplaŋk (Q202p Eys)
|
De plank onder de zitplaats van de kippen die dient om de mest op te vangen. In L 245, P 51,174, 222, Q 9, 77, 88, 93 en 118 kende men een dergelijke voorziening niet; daar vielen de uitwerpselen gewoon op de vloer. [N 5A, 63b; A 48, 16g]
I-6
|
33622 |
mestvaalt |
mest:
mês (Q202p Eys),
aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019
mes (Q202p Eys, ...
Q202p Eys),
mesthoop:
mishoop (Q202p Eys),
mestkuil:
miskoel (Q202p Eys)
|
[SGV (1914)]hoop droge mest,die bij of op de gierput wordt opgestapeld [DC 18 (1950)] || mesthoop bij de boerderij [DC 09 (1940)]
I-7
|
25625 |
met afgebarsten korst, gezegd van brood |
los brood:
los brūǝt (Q202p Eys)
|
De oorspronkelijke vraagstelling in N 29, 70 luidde: "Hoe noemt u brood dat tussen korst en kruin is afgebarsten?" Het feit dat ''kruin kruim'' had moeten zijn, heeft de beantwoording niet noemenswaardig be√Ønvloed. Het lemma valt uiteen in verschilllende grammaticale categorieën.' [N 29, 70; N 29, 69a; monogr.]
II-1
|
23632 |
met de collecteschaal rondgaan |
schaal rondgaan:
schaol rondgao (Q202p Eys)
|
Collecteren met de open schaal, met de schaal rondgaan. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21984 |
met de duiven naar de inkorfplaats gaan |
naar het duivenlokaal gaan:
n‧oͅ ət˃ d‧uvəlo.k‧āl goͅ.a (Q202p Eys),
zetten:
doeve zetten (Q202p Eys)
|
Hoe zegt men: met de duiven naar de inkorfplaats gaan om aan wedstrijden deel te nemen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25389 |
met de poten roeren |
schokkelen:
šokølǝ (Q202p Eys)
|
Met de poten in het water bewegen om zo de haren beter te kunnen weken. [N 28, 22; monogr.]
II-1
|
22341 |
met de vlakke hand op iemands rug slaan |
patsen:
patsche (Q202p Eys),
paven:
pāvə (Q202p Eys),
versoppen:
vərtsøͅpə (Q202p Eys)
|
Met de vlakke hand op iemands rug slaan [batsen, doezen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22641 |
met een drijftol spelen |
knoren:
knōrə (Q202p Eys)
|
Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven]? [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
22760 |
met een priktol spelen |
dokken:
dokkə (Q202p Eys)
|
Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [een stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid]? [DC 24 (1953)]
III-3-2
|