22316 |
onnozele-kinderendag |
onnozele-kinderen:
Onnuezele kinger (Q202p Eys),
onnuzele kinger (Q202p Eys)
|
28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)] || De dag waarop de kinderen zich als vader en moeder verkleden (28 december) [oudvaaierkensdag, vaderkensdag, alderkinderen, onnozele kinderen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22849 |
onpaar |
omp:
omp (Q202p Eys)
|
onpaar [SGV (1914)]
III-3-2
|
20922 |
onrijp |
groen:
greun (Q202p Eys),
greun freut êjete (Q202p Eys),
gr‧ø̄n (Q202p Eys)
|
fruit [onrijp ~ eten] [SGV (1914)] || Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33535 |
onrijp, onvolgroeid |
groen:
greun (Q202p Eys, ...
Q202p Eys),
gr‧ø̄n (Q202p Eys),
verkruppeld:
vərkrø.pəlt (Q202p Eys)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] || onrijp [SGV (1914)] || Onvolgroeid, gezegd van een vrucht (vernepen). [N 82 (1981)]
I-7
|
19278 |
onrustig |
onrustig:
onrustig (Q202p Eys)
|
geen rust hebben [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19279 |
onrustig persoon |
ongemtliche (< du.), een -:
m.
o.ngəm‧y(3)̄tlegə (Q202p Eys),
opgeregte (< du.), een -:
m.
o.p˃gər‧ēx˂də (Q202p Eys)
|
een onrustig persoon, persoon die geen rust heeft, altijd bezig is [roerwarmoes] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18973 |
onschuldig |
onnozel:
o.nn‧yəzəl (Q202p Eys),
onnuzel (Q202p Eys)
|
zonder besef van goed en kwaad [onschuldig, onnozel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18861 |
onstuimig |
driftig:
driftig (Q202p Eys),
niet mit te kallen:
ne.t me.t tə k‧alə (Q202p Eys),
niet te bndigen (du.):
ne.t tə b‧ɛndegə (Q202p Eys),
opgeregt (<du.):
o.p˃gər‧ēxt (Q202p Eys)
|
moeilijk in toom te houden, driftig [wreed, onstuimig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21901 |
ontberen |
niet eraan komen:
ne.t˃ drā. ko.mə (Q202p Eys),
ontberen:
ontberen (Q202p Eys),
tekortkomen:
tə ko.t ko.mə (Q202p Eys)
|
niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20581 |
ontbijt |
morgenkoffie, de -:
murgekoffie (Q202p Eys),
morgens-caf, de -:
mörgəskaffiə (Q202p Eys),
smorgens
møͅ.rəgəska.fi.i̯ (Q202p Eys)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: morgen [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|