20886 |
rode bieten |
rode kroten:
rôe krôetə (Q202p Eys)
|
rode bieten; Wanneer ze als groente voor het eten bestemd zijn en er wordt thuis gevraagd: "Wat eten we vandaag?"wat wordt er dan geantwoord? "We eten vandaag ............. [DC 49 (1974)]
III-2-3
|
24508 |
rode bosbes |
wolber:
wollber (Q202p Eys)
|
De rode bosbes, vossebes (bospalm, naagdebes, kwachtbes, gourbes, kroos, kreus, rode bleek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24405 |
rode bosmier |
amezeik:
ou̯əməzeek (Q202p Eys, ...
Q202p Eys),
rode amezeik:
WLD
roeë aomezeek (Q202p Eys)
|
bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)] || mier, grote donkere [DC 43 (1968)] || mier, kleine rode — [DC 43 (1968)]
III-4-2
|
20655 |
rode kool |
rode kappes:
roeëd kapəs (Q202p Eys),
rood moes:
roeëd moos (Q202p Eys),
roeəd moos (Q202p Eys)
|
Rode kool (als plant of gewas) [DC 27 (1955)], [N Q (1966)] || rode kool als gerecht [N Q (1966)]
I-7, III-2-3
|
21733 |
roede |
roe(de):
roe (Q202p Eys),
(v.).
r‧u (Q202p Eys)
|
een aantal takjes tot een bosje bij elkaar gebonden als strafwerktuig [roe, gips, gisp, roei] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25314 |
roede, maat van 14 m2 |
roede:
rouw (Q202p Eys),
v.
r‧oͅu̯ (Q202p Eys)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 14 vierkante meter [roede] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21183 |
roeien |
roeien:
roeien (Q202p Eys),
r‧ui̯ə (Q202p Eys)
|
door middel van roeiriemen een vaartuig voortbewegen [roeien, riemen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21184 |
roeispaan |
riem:
reem (Q202p Eys),
roeispaan:
roeispaan (Q202p Eys),
(v.).
r‧ui̯šp‧ān (Q202p Eys)
|
het gereedschap om een vaartuig voort te roeien [riem, roeiriem, roeispaan, spaan] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21938 |
roekoeën |
brullen:
(o.).
br‧øͅlə (Q202p Eys),
koeren:
koeren (Q202p Eys, ...
Q202p Eys)
|
Hoe noemt men het geluid dat de duiven maken - de/het ....... bijv. de duiven zijn aan het ......... [N 93 (1983)] || Hoe zegt men: het roepen van de duiven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
34546 |
roep- en lokwoord voor de eend |
eend:
ent (Q202p Eys),
wiele, wiele:
wilǝ, wilǝ (Q202p Eys)
|
[L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.]
I-12
|