e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitdenken prakkiseren: prakkezeere (Eys), uitdokteren: ū.t˃doͅ.ktərə (Eys) door nadenken ontwerpen; verzinnen [uitfineren, figeleren, uitprakkezeren, bedenken] [N 85 (1981)] III-1-4
uitdossen zich de goede kleren aandoen: ze.x˃ də g‧oͅu̯ kleͅ.i̯ər ā.du.ə (Eys), zich de zondagse kleren aandoen: (= zondagse kleren).  ze.x˃ də so.ndəsə kleͅ.i̯ər ā.du.ə (Eys) fraaie of feestelijke kleding aandoen [pronken, uitdossen] [N 85 (1981)] III-1-4
uiten uiten: uiten (Eys), uitkallen: ze.x ˂ū.tk‧alə (Eys), uitspreken: ze.x ˂ū.tšpreͅ.akə (Eys) uitspreken; te kennen geven [uiten, uiteren, lossen] [N 87 (1981)] III-3-1
uiterontsteking, mastitis udderontsteking: ødǝrōntštē̜keŋ (Eys) Door het feit dat de natte spenen (melk) een geschikte voedingsbodem vormen voor bacteriën en door de plaats van de uier (mest en vuil) is de kans op infectie groot. Streptococcen zijn de belangrijkste ziekteverwekkers. Bij een acute ontsteking is de uier gezwollen, pijnlijk en rood. De melk is meestal waterachtig en bevat vlokjes. Bij slepende gevallen vertoont de uier plaatstelijk knobbels en verhardingen. De melk ziet er meestal normaal uit (Berns, blz. 118). Zie ook wbd I.3, blz. 461. [N 52, 5a; A 48A, 10a; monogr.] I-11
uitgaan boemelen: boemmele (Eys), uitgaan: ū.t˃goͅ.a (Eys) uitgaan, cafés bezoeken, aan de zwier gaan [lelijkeren, op de scheut gaan] [N 87 (1981)] III-3-1
uitgedroogd verdroogd: vǝrdrȳǝxt (Eys) Gezegd van slecht deeg. [N 29, 29c] II-1
uitgieten uitschudden: oetschudde (Eys), ū.tš‧øͅdə (Eys) een vloeistof al gietende doen vloeien uit een kan, fles etc. [storten, plassen, klassen, schenken, uitgieten] [N 91 (1982)] III-4-4
uithoren uithoren: oethuure (Eys), uitvissen: ōētvisje (Eys), uitvragen: ū.t˃vr‧oͅagə (Eys) door vragen van iemand proberen te weten te komen wat hij voelt, uithoren [horken, funteren, tintelen, uithoren, uithorken] [N 87 (1981)] || uitvorschen [SGV (1914)] III-3-1
uitkomen van de eieren hikken: he.kə, də ‧ɛi̯ər zø.nt˃ gəhe.kt (Eys), uitkomen: oetkoome (Eys) Hoe heet verder: uitkomen van de eieren? [N 93 (1983)] III-3-2
uitleggen bedistelen: bedistele (Eys), uiteenleggen: ū.t˂ē.l‧ɛqə (Eys), uitleggen: uitlekke (Eys), ū.tl‧ɛqə (Eys), verduitsen: vərdy.tšə (Eys) duidelijk maken, uitleggen [uitduiden, uitbeduiden] [N 85 (1981)] || het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)] III-3-1