30596 |
verf |
verf:
vɛrǝf (Q202p Eys)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
17924 |
verfrommelen |
knuffelen:
knū.vələ (Q202p Eys),
verfrommelen:
verfroemele (Q202p Eys),
vərfru.mələ (Q202p Eys)
|
Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21453 |
vergaderen |
vergaderen:
vergaderen (Q202p Eys),
vərgā.dərə (Q202p Eys)
|
ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
27700 |
vergaderruimte |
leslokaal:
lę.slo.k˙āl (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Laura, Julia])
|
[N 95, 29]
II-5
|
24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-nietje:
vergeet me nietje (Q202p Eys)
|
Vergeet-mij-nietje (myosotis palustris 15 tot 50 cm groot. De stengels zijn meestal kantig; de bladeren zijn verspreid; de bloemen zijn vrij groot en hemelsblauw met gele kroonschubben; de kelk heeft korte, aangedrukte haren. Bloeitijd in mei tot septem [N 92 (1982)]
III-4-3
|
19251 |
vergeetachtig |
kop wie een zeef:
kop wie enne zeef (Q202p Eys),
vergeetachtig:
vergaetechtig (Q202p Eys),
vərgēͅ.ət˂eͅ.xtex (Q202p Eys)
|
een vergeetachtig persoon, iemand die telkens dingen vergeet [vergeetmuts, lapschaai] [N 85 (1981)] || zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19250 |
vergeetachtig persoon |
vergeetachtige:
m.
vərgēͅ.ət˂eͅ.xtegə (Q202p Eys)
|
een vergeetachtig persoon, iemand die telkens dingen vergeet [vergeetmuts, lapschaai] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19597 |
vergiet |
zeef:
zeef (Q202p Eys)
|
Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)]
III-2-1
|
18054 |
vergiftigen |
vergiften:
vərge.ftə (Q202p Eys)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21389 |
vergoeden |
vergoeden:
vergŭje (Q202p Eys)
|
vergoeden [SGV (1914)]
III-3-1
|