e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
knuffelen aanhoudend bepoetelen:   knoefele (Ottersum), knoefelen (Hamont), knoeffele (Hechtel), knoevele (Bunde, ... ), knoevele blieven (Hoensbroek), knoevele(n) (Sint-Truiden), knoevelen (Alken, ... ), knōēvele (Hoensbroek, ... ), knōēvelen (Rekem), knufele (Zutendaal), knuv.ələ (Moresnet), knuvelen (Zonhoven), betekent meestal knuffelen  knoevele (Klimmen), doelloos friemelen: [Paragraaf: regelmatige werkwoorden].  knoevele (Boorsem), geslachtsgemeenschap hebben:   knoevele (Maasniel), kreukelen:   knoevele (Kerkrade, ... ), knoevelə (Ubachsberg), knōēëvələ (Nieuwenhagen), [Van Dale: knuffel, 1. <gew.> stoot, a) kreukel]  knoevele (Gennep), B.v. Pas óp dat ówwe rok nie knoefelt. [Van Dale: knuffel, 1. <gew.> stoot, a) kreukel]  knoefele (Gennep), liefkozen:   knoufele (Genk), knowele (Klimmen), knuffele (Schimmert, ... ), knuffelle (Vlodrop), knuffələn (Urmond), knòffele (Echt/Gebroek, ... ), omhelzen:   knoevele (Venray), knuffele (Bilzen, ... ), vals spelen: [vgl. WLD III, 1.2: AANHOUDEND IN DE HANDEN NEMEN]  knoef`le (Bocholt), verfrommelen:   knoevele (Kunrade), knū.vələ (Eys, ... ) III-1-2, III-1-3, III-1-4, III-2-2, III-3-2