24115 |
broederschap van de heilige kindsheid |
heilige kindsheid:
heilige kindsheid (Q202p Eys)
|
De broederschap van kinderen die als doel had de heidense kinderen, vooral die in China, op te voeden, Broederschap der H. Kindsheid [Hèllige Kinsheid]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21952 |
broedhokje |
broedhok:
bruihok (Q202p Eys),
(o.).
br‧øͅi̯hoͅ.k (Q202p Eys)
|
Hoe heet verder: broedhokje, broedvak? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22040 |
broedschotel |
broedkom:
bruikomp (Q202p Eys),
(m.).
br‧øͅi̯ko.mp (Q202p Eys)
|
Hoe heet verder: aarden schotel dienend als nest? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33614 |
broeibak |
broeibak:
brujbak (Q202p Eys)
|
[SGV (1914)]
I-7
|
25388 |
broeien |
broeien:
brø̄jǝ (Q202p Eys)
|
Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.]
II-1
|
18744 |
broek |
kuilboks:
k˙ulbo.ks (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma, Maurits])
|
Broek gemaakt van zeer stevige stof en voorzien van dubbele knieēn. Volgens een informant van Q 121 is de "kuilboks" een onderdeel van de "kuilmontuur". [N 95, 61; monogr.]
II-5
|
18197 |
broek: algemeen |
boks:
doe lupst oox ummer mit in aafgəzakdə boks (Q202p Eys),
hēe hōl zieng bokx op mit inne lēere rīm (Q202p Eys),
klepbroek= boks mit ene opgeknubde boam gewone broek= boks
bôks (Q202p Eys),
broek:
brook (Q202p Eys)
|
broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] || Broek. (Moeder zei tegen kleine Kees:) Jij loopt ook altijd met een afgezakte broek! [DC 39 (1965)] || Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] || Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
24913 |
broekland, moeras |
moeras:
moeras (Q202p Eys)
|
moeras [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
18309 |
broeksriem |
riem:
hēe hōl zieng bokx op mit inne lēere rīm (Q202p Eys)
|
Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)]
III-1-3
|
20335 |
broer |
broer:
broer (Q202p Eys, ...
Q202p Eys,
Q202p Eys),
broor (Q202p Eys, ...
Q202p Eys,
Q202p Eys)
|
broeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || broer [DC 03 (1934)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)]
III-2-2
|