e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L371a plaats=Geistingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
masker mommegezicht: mommegezicht (Geistingen) (Karnavals)masker. III-3-2
matrozenpakje matrozenpakje: mɛtruɛzəpeͅkskə (Geistingen) matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)] III-1-3
medaillon met lam gods agnus dei: angus dei (Geistingen) Een hartvormig medaillon van was, waarop een lam met kruisvaan is afgebeeld. Dit medaillon werd gedragen [Agnus Dei, Lam Gods?]. [N 96B (1989)] III-3-3
medicijn medicijn: medesien (Geistingen) Medicijn, geneesmiddel (geneesmiddel, medicijn, medicament, (pillen)) [N 107 (2001)] III-1-2
meegaan gaan: goon (Geistingen) Waar gaat ge heen, willen we met u meegaan ? [ZND 04 (1924)] III-1-2
meelmijt meelworm: mēlwoͅrəm (Geistingen) mijt die in vochtig meel leeft [N 26 (1964)] III-4-2
meelworm, larve van de meeltor wilde worm: weͅlwoͅrəm (Geistingen) meeltor-larve, wormpje dat in (oude) meelvoorraden voorkomt [meelworm] [N 26 (1964)] III-4-2
meelzeef zeef: zēf (Geistingen) Handwerktuig waarmee men de grovere bestanddelen uit het meel kan zeven. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel ømeelŋ- het lemma ɛmeelɛ.' [N O, 38b; N 18, 136; JG 1c; JG 2c; l 48, 35II; Lu 2, 35II; Grof 256; monogr.; JG 1b add.] II-3
meer dan een spade diep spitten omzetten: omzętǝ (Geistingen) Om de ondergrond los te maken of naar boven te halen, moet men dieper spitten dan normaal. Men kan dan bij het graven van een voor op elke "bovenste" steek een diepere steek laten volgen, ofwel een gewone voor spitten om deze vervolgens dieper uit te steken. [N 11, 66; N 11A, 148c + d; N 27, 10a add.] I-1
meer melk gaan geven bijkomen: bikǫmǝ (Geistingen) [N 3A, 68] I-11