e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L371a plaats=Geistingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neusriem naasriem: nōsrēm (Geistingen) Leren riempje van het hoofdstel dat over de neus van het paard loopt. [N 13, 23] I-10
nierbekkenontsteking dresen: drēsǝ (Geistingen) Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43] I-11
niet behouden niet behouden: nēt bǝhǭjǝ (Geistingen) Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b] I-11
nieuwjaar nieuwjaar: noejaor (Geistingen, ... ) 1 januari, de eerste dag van het nieuwe jaar [ni-jjaor]. [N 96C (1989)] || [Nieuwjaar]. III-3-2
nieuwjaar wensen nieuwjaar wensen: noejaor wénse (Geistingen), verrassen: verrassen (Geistingen) Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)] || Nieuwjaarsgebruik: vóeor zijn met beste wensen. III-3-2
nieuwsgierig kijken gapen: gapen (Geistingen) Nieuwsgierig kijken (gapen, curieus kijken, spitsmoelen) [N 109 (2001)] III-1-1
niezen niesten: neesten (Geistingen) niezen [ZND 05 (1924)] III-1-2
nitraat nieterzout: nitǝrzǭt (Geistingen) Zout van salpeterzuur. Deze stof gebruikt men eveneens ter bedwelming van de bijen. [N 63, 77c; JG 1a+1b; JG 2b-5, 10; monogr.] II-6
nooddoop nooddoop: noëddoup (Geistingen) Een nooddoop, gadoop, geedoop [jieëdoof]. [N 96D (1989)] III-3-3
noodklok noodklok: noedklok (Geistingen) De noodklok, brandklok, alarmklok. [N 96A (1989)] III-3-3