17738 |
stinken |
muffen:
bij het laten van een wind
muffen (L371a Geistingen),
stinken:
stinken (L371a Geistingen)
|
Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken , muffen) [N 108 (2001)]
III-1-1
|
24565 |
stinkende gouwe |
wrattenkruid:
-
vrattəkroêd (L371a Geistingen)
|
stinkende gouwe [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
31693 |
stobbe |
boks:
boks (L371a Geistingen),
stronk:
struǝŋk (L371a Geistingen)
|
Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.]
II-12
|
21226 |
stoep |
stoep:
stóp (L371a Geistingen)
|
stoep, trottoir; hoe noemt men in uw woonplaats de stoep of het trottoir langs een straat? [DC 47 (1972)]
III-3-1
|
18683 |
stola |
stool (<lat.):
stool (L371a Geistingen)
|
De stola, de stool. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23446 |
stolp over een heiligenbeeld |
stolp:
støͅlp (L371a Geistingen)
|
Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28462 |
stomp staan |
afstompen:
āfstompǝ (L371a Geistingen)
|
Stomp afwerken van de onderzijde van de raat of raten door de bijen. Deze afstomping wijst erop, dat het bouwen voor het seizoen geëindigd is. Het is een zeker teken van zwermplannen van het volk. [N 63, 16d; N 63, 16c]
II-6
|
22536 |
stompe eind van een ei |
vot:
Sub vot (pag. 241).
de vot van `n ei (L371a Geistingen)
|
t Dikke gedeelte [van een ei].
III-3-2
|
34075 |
stomphoorns |
stopjes:
stø̜pkǝns (L371a Geistingen)
|
Afgebrokkelde of slecht ontwikkelde hoorns. [N 3A, 106c]
I-11
|
33419 |
stookgat van de oven |
oven:
[oven] (L371a Geistingen)
|
De benaming voor het stookgat van de oven dat voorzien is van een ijzeren deurtje. Vergelijk het lemma "ovenmond" in aflevering II.1, pag. 71. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 79b]
I-6
|