23932 |
te communie gaan op hoge feestdagen |
hoogtijd vieren:
hoegtiej veeren (L371a Geistingen)
|
op hoge feestdagen te communie gaan (ter hoogtij(d) gaan). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
28532 |
te veel zwermen |
zich kaalzwermen:
zich kaalzwermen (L371a Geistingen)
|
Het te veel zwermen van een volk. Wanneer een volk te veel zwermt, verzwakt het. Elke zwerm is een splitsing en daardoor een verzwakking van het moedervolk. Wanneer een volk zo sterk achteruitgaat in bijental, dat het zich niet meer kan handhaven, heeft het zich doodgezwermd. [N 63, 39d]
II-6
|
24385 |
teek |
teek:
tēͅək (L371a Geistingen),
tèĕk (L371a Geistingen)
|
teek, spinachtig diertje dat zich vastzet op de huid van mens en dier en zich voedt met bloed [N 26 (1964)]
III-4-2
|
24004 |
ten doop houden |
ten doop houden:
ten doup haojen (L371a Geistingen)
|
Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23638 |
ten offer gaan |
ten offer gaan:
ten offer gaon (L371a Geistingen)
|
De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24055 |
ten volle bediend zijn |
zijn volle zaken gekregen hebben:
zɛn vol zake gekregen höbbe (L371a Geistingen)
|
Ten volle bediend zijn, d.w.z. gebiecht, de H. Communie en het H. Oliesel ontvangen hebben. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20477 |
ter begrafenis gaan |
naar de begrafenis gaan:
nao de begrééfenis gaon (L371a Geistingen)
|
ter begrafenis gaan [N 96D (1989)]
III-2-2
|
24069 |
teraardebestelling |
begrafenis:
begrééfenis (L371a Geistingen)
|
De teraardebestelling. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
28515 |
terugvliegen |
terugvliegen:
trøx˲vlēgǝ (L371a Geistingen)
|
Terugvliegen of terugslaan naar de korf, gezegd van de zwermende bijen. Dit doen de bijen, als blijkt dat de moer niet meegevlogen is. [N 63, 31c]
II-6
|
18127 |
tetanus |
klem:
klem (L371a Geistingen)
|
Tetanus: ziekte waarbij een verstijving van de spieren optreedt, die begint bij de kauwspieren en zich dan uitspreidt over de rompspieren (klem, tetanus). [N 107 (2001)]
III-1-2
|