23726 |
tientje van de rozenkrans |
tientje:
tieentje (L371a Geistingen)
|
Een tientje van de Rozenkrans [n jezets?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22779 |
tijdverdrijf: liefhebberij, amusatie |
liefhebberij:
Leefhöbberiê zeen: wat erg meevalt.
leefhöbberiê (L371a Geistingen)
|
[Liefhebberij].
III-3-2
|
24255 |
tochtig |
tochtig:
tø̜xtex (L371a Geistingen)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b]
I-11
|
33697 |
toegangsweg naar het erf |
vaart:
vārt (L371a Geistingen)
|
Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.]
I-8
|
19663 |
toilet |
huisje:
hy(3)̄skə (L371a Geistingen)
|
wc, toilet [N 05A (1964)]
III-2-1
|
17859 |
tollen |
draaien als een poppernel:
drejen es eine poppernel (L371a Geistingen)
|
Tollen: draaien als een tol (trijzelen, tollen, kokkerellen, (rond)draaien) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
23097 |
toneel |
scne (fr.):
Fr. scène.
sèèn (L371a Geistingen)
|
Toneel.
III-3-2
|
22658 |
toneelspel |
komedie:
Ouderwets.
kemēdiej (L371a Geistingen)
|
Toneel (ook ernstig).
III-3-2
|
17727 |
tonen |
laten kijken:
loaten kieken (L371a Geistingen),
laten zien:
loaten zeen (L371a Geistingen),
tonen:
tuinen (L371a Geistingen)
|
Tonen, laten zien (laten zien, tonen, togen) [N 108 (2001)]
III-1-1
|
18231 |
tong van een schoen |
tong:
tong (L371a Geistingen)
|
Tong van de schoen. Een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 114 (2002)]
III-1-3
|