e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L371a plaats=Geistingen

Overzicht

Gevonden: 2251
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zijn pasen houden zijn pasen houden: zene paosen haoje (Geistingen) Zijn Paasplicht vervullen, zijn Pasen houden, d.w.z. in de Paastijd, rond Pasen te biecht en te Communie gaan [ziene paose ha.lde, zien Paoskemunie doon]. [N 96D (1989)] III-3-3
zijpad zijpad: ziejpaad (Geistingen) Elk van beide zijgangen [zijpad?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zijwortel dikke wortels: deͅkəwoͅrtəls (Geistingen), struik: struuk (Geistingen) (dwars)wortels van een boom [N 27 (1965)] III-4-3
zindelijk proper: proper zeen (Geistingen) zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 115 (2003)] III-2-2
zingende mis zingende mis: zingjende mes (Geistingen) Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zo arm als ... zo arm als job: job (Geistingen) Hij is zo arm als... (uitdrukkingen). [ZND 32 (1939)] III-3-1
zo eenvoudig als ... zo eenvoudig als brood: zoè invoudig es broad (Geistingen), zo eenvoudig als het maar kan: zoè invoudig es t mer kan (Geistingen), zo eenvoudig als twee maal twee vier is: zoea einvoudig es twiejə moul twiejə veer (Geistingen), zo klaar als pompwater: zoea kloar es pôêmpwaatər (Geistingen) Zo eenvoudig als - (zeg in het dialect en vul aan; geef de verschillende uitdrukkingen die hiervoor bestaan) [ZND 23 (1937)] III-1-4
zoden afsteken kappen: kapǝ (Geistingen) Een object russen, vlaggen, zoden enzovoorts is niet gedocumenteerd. [N 14, 78; N 27, 39g; N 18, add.; JG 1b] I-8
zoeken zoeken: zeuken (Geistingen) wij zoeken [ZND 08 (1925)] III-1-2
zoldergat, opening in de koestalzolder luik: lūk (Geistingen) In de koestalzolder is meestal een opening waardoor het hooi naar beneden geworpen wordt om het aan de dieren te voeren. Waar de koestalzolder in open verbinding staat met de schuur is er meestal geen opening in de zoldering. Een aantal opgaven betreffen een luik of een scharnierende deur waarmee de opening afgesloten kan worden. De benamingen kunnen ook gebezigd worden voor een opening in de gevel of in het dak waardoor het hooi op de zolder wordt gebracht. Zie ook het lemma "hooivenster" (3.4.5). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (hooi) het lemma "hooi" in aflevering I.3. Zie ook afbeelding 16.c bij het lemma "hooizolder, koestalzolder, schuur" (3.4.1). [N 5A, 56b; N 5, 97 en 97a; L 42, 24 passim; monogr.; add. uit N 5A, 57c] I-6