33535 |
onrijp, onvolgroeid |
katsj:
eigen spellingsysteem
katsj (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
onrijp:
onriep (Q021p Geleen)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] || onrijp [SGV (1914)] || Onvolgroeid, gezegd van een vrucht (vernepen). [N 82 (1981)]
I-7
|
19278 |
onrustig |
onrustig:
onressig (Q021p Geleen)
|
geen rust hebben [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19279 |
onrustig persoon |
woelerd:
weulert (Q021p Geleen),
zenuwachtige mens:
ene zenewechtige minsj (Q021p Geleen)
|
een onrustig persoon, persoon die geen rust heeft, altijd bezig is [roerwarmoes] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18973 |
onschuldig |
onnozel:
onnĕŭzel (Q021p Geleen),
zonder bezei:
zonger besäi (Q021p Geleen)
|
zonder besef van goed en kwaad [onschuldig, onnozel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18861 |
onstuimig |
hij gaat uit het getuig:
hae geit oet ⁄t getuug (Q021p Geleen),
rebels:
rébèlsj (Q021p Geleen)
|
moeilijk in toom te houden, driftig [wreed, onstuimig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21901 |
ontberen |
mankatie hebben:
mankáásje höbbe aan (Q021p Geleen)
|
niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20581 |
ontbijt |
koffie, de -:
koffie (Q021p Geleen),
morgenkoffie, de -:
5 maal per dag eten de oude inheemse bevolking, meestal landbouwers 6 à7u, 10u, 12u, 4u, 8u
mörgenkoffĕĕ (Q021p Geleen),
ontbijt:
ontbijtə (Q021p Geleen)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 6 à 7 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 7 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
20814 |
ontbijtkoek, peperkoek |
peperkoek:
pépperkook (Q021p Geleen)
|
peperkoek [N 29 (1967)]
III-2-3
|
27533 |
ontgroening voor ondergrondse mijnwerkers |
kuilstamp:
kulštamp (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Gebruik om nieuwe mijnwerkers een panschop tegen het, eventueel blote, achterwerk te houden waartegen dan met een voorhamer werdgeslagen. Volgens de invuller uit Q 121c was het op de Domaniale mijn gebruikelijk om dit bovengronds te doen en wel in het gebouw waar de jonge mijnwerkers mijnwagens schoon moesten maken. De invuller uit Q 112a heeft het gebruik nog gekend tot ongeveer 1960. Het werd toegepast bij nieuwe leden van de Bovon, de beambtenontspanningsvereniging van de Oranje-Nassau III. [N 95 A, 9; monogr.]
II-5
|
23941 |
onthoudingsdag |
vastendag:
vaste daag (Q021p Geleen)
|
Een onthoudingsdag: dag waarop men geen vlees, spek en jus uit vlees mag gebruiken. [N 96D (1989)]
III-3-3
|