21975 |
op de jaloersheid spelen |
kotjesspel:
kotjessjpel (Q021p Geleen),
op jaloezie spelen:
op sjaaloesie sjpeele (Q021p Geleen)
|
Bij gepaarde duiven spelen op de jaloersheid door bij de duivin een andere doffer te plaatsen dan de partner (de beul)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25564 |
op de juiste temperatuur |
goed:
gǭt (Q021p Geleen)
|
Gezegd van gerezen deeg. Het vocht in het deeg is de warmtebron. Door het vocht te verwarmen brengt men het deeg op de juiste temperatuur. De goede temperatuur is van groot belang voor de kwaliteit van het produkt. Te warme degen zullen droog brood geven, dat spoedig kruimelig wordt, terwijl te koude degen een brood opleveren dat klein van stuk en wreed van scheuring is (Schoep blz. 95). Volgens de informanten van K 359, L 270, en Q 121e was eertijds het bepalen van de juiste temperatuur een kwestie van aanvoelen of voelen met de handen. De goede temperatuur zou volgens de informant van L 269a zijn ¬± 28¬∞C. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28b; monogr.]
II-1
|
17935 |
op de loop gaan |
ertussenuit gaan:
de tösjenoet gaon (Q021p Geleen),
lopen gaan:
leup goon (Q021p Geleen),
op de loop gaan:
op de luip gaon (Q021p Geleen),
oppe luip gaon (Q021p Geleen),
vluchten:
vlŏchte (Q021p Geleen)
|
op de loop gaan [SGV (1914)] || vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17966 |
op de schouder zitten |
op de pokkel zitten:
op de poakel laote zitte (Q021p Geleen),
paardje rijden:
péérdje laote rieje (Q021p Geleen)
|
rug: op de rug zitten [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17949 |
op de tenen lopen |
op de tenen lopen:
op de téne (Q021p Geleen)
|
lopen: op zijn tenen lopen [op zn vurvoete] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22682 |
op de vingers fluiten |
fluiten:
fluite (Q021p Geleen)
|
Op de vingers fluiten [schuffelen]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
25094 |
op een rij zetten |
op een rij zetten:
op ⁄n rie zette (Q021p Geleen)
|
op een rij zetten [hagen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
29091 |
op een steeltje zetten |
op steeltje:
op štēlkǝ (Q021p Geleen)
|
De knoop op een steeltje zetten. Men moet de knoop niet plat aannaaien, doch men dient een afstand tussen knoop en stof van ± 1/2 - 1 cm te houden. Hierdoor wringt de knoopt niet en wordt er ruimte voor de stofdikte opengelaten. [N 59, 136]
II-7
|
17934 |
op een sukkeldrafje lopen |
sukkelen:
sukkele (Q021p Geleen)
|
lopen: op een sukkeldrafje lopen [schokke, op n schökske loope] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22187 |
op het eigendomsgevoel voor het eigen hok spelen |
hokjesspel:
hokjesspel (Q021p Geleen),
kotjesspel:
kotjessjpel (Q021p Geleen),
op jaloezie spelen:
op sjaaloesie sjpeele (Q021p Geleen)
|
Bij gepaarde en ook ongepaarde duiven spelen op het eigendomsgevoel voor het eigen hok (kotjesspel)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|