20421 |
rouwbrief |
rouwbrief:
rouwbreef (Q021p Geleen)
|
De rouwbrief. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24065 |
rouwkrans |
krans:
krans (Q021p Geleen)
|
De krans die op de kist wordt gelegd [krants]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20446 |
rouwsluier |
voile:
vaol (Q021p Geleen)
|
een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)]
III-2-2
|
28078 |
roven |
roven:
rǫwvǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De ondersteuningen wegnemen uit het ontkoolde pand. Met de term "snoeien" duidt men volgens de invullers uit Q 15 en Q 113 op respectievelijk de mijnen Maurits en de Emma het geheel of gedeeltelijk doorsteken van houten stijlen aan. [N 95, 568; N 95, 544; N 95, 571; N 95, 355; monogr.]
II-5
|
28080 |
rover |
rover:
rǫwvǝr (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Mijnwerker die de ondersteuningen uit het ontkoolde pand verwijdert. Men noemt ze "rovers" omdat ze de stutten wegnemen of roven alhoewel ze hun "buit" in het pand nevens de transportinstallaties achterlaten ter beschikking van de houwers van de volgende ploeg. De benaming "mannetjesklopper" halen ze uit het feit dat ze de spie van de metalen schuifstempels - waarin men met wat verbeelding het silhouet van een ijzeren "mannetje" kan vinden - met een lange hamer uit haar slot kloppen, waardoor de stempel ineenschuift (Defoin pag. 101). [N 95, 569; monogr.; Vwo 269; Vwo 385; Vwo 390; Vwo 500; Vwo 672; Vwo 719]
II-5
|
21330 |
royaal |
goedgeefs:
goodgaefs (Q021p Geleen),
royaal (<fr.):
royaal (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
scheutig:
Van Dale: scheutig, 2. gauw geneigd geld of iets anders te geven, onbekrompen, vrijgevig.
scheutig (Q021p Geleen)
|
ribbel (= gul, gezegd van een mens Kent u dit woord in de betekenis die er achter staat? [DC 26 (1954)] || royaal [DC 02 (1932)]
III-3-1
|
23721 |
rozenhoedje |
rozenkrans:
roazekrans (Q021p Geleen)
|
Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23716 |
rozenkrans |
rozenkrans:
roazekrans (Q021p Geleen)
|
De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23722 |
rozenkransgebed |
drie rozenkrans:
3 roazekrens (Q021p Geleen)
|
Het Rozenkransgebed (hierbij gaat men 3 maal het bidsnoer langs) . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23730 |
rozenkransmaand |
rozenkransmaand:
roazekransmaondj (Q021p Geleen)
|
De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)]
III-3-3
|