19555 |
schuimspaan |
schuimlepel:
sjuumlaepel (Q021p Geleen),
sjuumlepel (Q021p Geleen)
|
schuimspaan [SGV (1914)]
III-2-1
|
21369 |
schuldig (zijn) |
schuldig (zijn):
sjöldig zie (Q021p Geleen)
|
schuld hebbend aan een overtreding of misdrijf [schuldig, plichtig] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
30719 |
schuren |
gladschuren:
glātšūrǝ (Q021p Geleen)
|
Het leer met schuurpapier of iets dergelijks gladmaken. [N 60, 120b; N 60, 242]
II-10
|
18102 |
schurft |
krets:
krets (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
schurft:
sjurf (Q021p Geleen)
|
huidziekte, Jeukende ~ veroorzaakt door de schurftmijt; schurft (zeer, rap, krets, rui). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18951 |
schurk, smeerlap |
schavuit:
sjavuut (Q021p Geleen),
smeerlap:
sjmeerlap (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
een persoon die allerlei streken uithaalt met kwade bedoelingen [prul, smeerlap, rakker, deugniet, beest, schobberd, schavuit] [N 85 (1981)] || schavuit [SGV (1914)]
III-1-4
|
22824 |
schutter |
schutter:
sjətər (Q021p Geleen)
|
schutter [RND]
III-3-2
|
22853 |
schutters |
schutten:
sjötte (Q021p Geleen)
|
Lid van de geweerschutterij.
III-3-2
|
19935 |
schuur |
schuur:
šȳr (Q021p Geleen)
|
Het apart staande of aan de stallen vastgebouwde bedrijfsgebouw, waarin de oogst geborgen wordt, ook dienend om in te dorsen en, vooral bij kleinere boerderijen, ook om landbouwwerktuigen te bergen. De voornaamste gelijkvloerse delen van de schuur zijn de dorsvloer en de tasruimte(n) naast de dorsvloer. Boven de dorsvloer bevindt zich veelal een balkenzolder. Zie afbeelding 12. [N 5A, 66a; JG 1a en 1b; A 11, 4; L 12, 1; S 32 en 50; Wi 15; Gi 2.I, 20; monogr.; add. uit N 5A, 71a en 71c]
I-6
|
31143 |
schuurmachine, schrooimachine |
schuurmachine:
šūrmǝšin (Q021p Geleen)
|
Moderne machine waarme men schuurt en schrooit. Ze bestaat uit een as waaromheen rollen met schuurpapier zitten. De schuurmachine is meestal gecombineerd met de uitpoetsmachine. Zie het lemma gecombineerde machine. [N 60, 243b; N 60,243a]
II-10
|
19869 |
schuurmiddel |
klijen:
kleie (Q021p Geleen),
rood krijt:
roë kriet (Q021p Geleen),
zand:
zandj (Q021p Geleen)
|
schuurmiddel om metaal glanzend te maken - blauwsteen (uitgewreven azuursteen) [DC 15 (1947)] || schuurmiddel om metaal glanzend te maken - roodaarde (voor het gladmaken van gebruineerd koper) [DC 15 (1947)] || schuurmiddel om metaal glanzend te maken - zand [DC 15 (1947)]
III-2-1
|