24056 |
ten volle bediend zijn add. |
volle bedienen:
volle bedeene (Q021p Geleen)
|
Ten volle bediend zijn, d.w.z. gebiecht, de H. Communie en het H. Oliesel ontvangen hebben. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17632 |
tepel |
deem:
dē̜m (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
mem:
mam (Q021p Geleen),
tepel:
tepels (Q021p Geleen)
|
[L 49, 6b; A 30, 6b; Ge 1, 6b]borsttepels [N 10c (1995)] || Deem, speen, borst. [A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a, 39b en 40] || Welk woord bezigt men voor de tepel van een vrouwenborst? [DC 43 (1968)]
I-12, I-9, III-1-1
|
34452 |
tepel van een geit |
deem:
dē̜m (Q021p Geleen)
|
[L 49, 6c; A 30, 6c; Ge 1, 6c; monogr.]
I-12
|
34320 |
tepel, tet |
deem:
dē̜m (Q021p Geleen),
mam:
mam (Q021p Geleen)
|
Het afzonderlijk melkgevend orgaan van het varken of de tepel. [N 19, 19a; JG 1a, 1b; L 49, 6d; A 30, 6d; G 1, 6d; monogr.]
I-12
|
20477 |
ter begrafenis gaan |
met naar de kerk gaan:
mit nao de kirk gaon (Q021p Geleen),
naar de begrafenis gaan:
nao de begraafinis gaon (Q021p Geleen),
nao de begrafenis gaon (Q021p Geleen)
|
een begrafenis gaan bijwonen [begaan, te lijk gaan, ter bier gaan, gaan kezen, op de korte snee gaan] [N 87 (1981)] || ter begrafenis gaan [N 96D (1989)]
III-2-2
|
24069 |
teraardebestelling |
begrafenis:
begraafenis (Q021p Geleen)
|
De teraardebestelling. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
27675 |
terreinomheining |
afrastering van de kuil:
afrāstǝreŋ van dǝ kul (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Maurits])
|
[N 95, 38a]
II-5
|
29038 |
teruglopen |
teruglopen:
trø̜klawpǝ (Q021p Geleen)
|
Het teruglopen van de bij het dresseren ingeperste ruimte. [N 59, 81c]
II-7
|
19347 |
tevreden; tevredenheid |
plezier:
plezeer (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19781 |
thuis |
thuis:
t(h)oes (Q021p Geleen)
|
thuis [SGV (1914)]
III-2-1
|