e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q021p plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verlegen (zijn) bescheten: besjete (Geleen), bleu: bluâe (Geleen), verlegen: verlaĕge zeen (Geleen) niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
verleggen omleggen: ǫmlɛqǝ (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]) Het transportmiddel in een pijler van het oude naar het nieuwe pand verplaatsen. In tegenstelling tot het "verschuiven" wordt de transportinstallatie daarbij gedemonteerd en in het nieuwe pand weer opgebouwd. [N 95, 493; monogr.; N 95, 267; Vwo 226; Vwo 549] II-5
verliezen verliezen: verleze (Geleen, ... ), verlezen (Geleen, ... ) verliezen [DC 38 (1964)], [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
verlof, vrije dag een dag verlof: ęjnǝ dāx vǝrlǫf (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]), verlof: vǝrlǫf (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]), verlofschicht: vǝrlǫfšex (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]), vrije dag: vrijǝ dāx (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I]) Van vakantie spraken de mijnwerkers niet. Men nam een verlofdag en deze was dan "de mooiste werkdag". [N 95, 121; N 95, 122; N 95, 123; monogr.; N 95, 920; Vwo 248] II-5
vermaak vertier: verteer (Geleen) een handeling waardoor men plezier beleeft [vermaak, amusement] [N 85 (1981)] III-1-4
vermoeden menen: ⁄t meine (Geleen), vermoeden: vermoede (Geleen) het menen dat iets waarschijnlijk is, het veronderstellen dat iets zo is [vermoeden, bronsel] [N 85 (1981)] III-1-4
vernielen vernielen: verneelen (Geleen) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
verpachte banken verpachte plaatsen: verpachde plaatse (Geleen) De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)] III-3-3
verplichte feestdag verplichte zondag: verplichde zòndig (Geleen) Een geboden, verplichte feestdag [festerandach]. [N 96C (1989)] III-3-3
verplichting moeten: moote (Geleen), ⁄t mŏtte (Geleen) het verplicht zijn [moetert, verplichting] [N 85 (1981)] III-1-4