20333 |
enig kind |
einzig kind:
mar.: moet zijn "einziges"; geen naamval
aenzig kenjd (Q021p Geleen),
einziges kind:
⁄n enzigs kĕnjt (Q021p Geleen)
|
een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
17775 |
enkel |
enkel:
ènkel (Q021p Geleen),
ɛnkel (Q021p Geleen)
|
enkel [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
33605 |
enten |
gruffelen:
gruffele (Q021p Geleen),
gruffelen (Q021p Geleen),
grøfələn (Q021p Geleen)
|
[RND 08] [SGV (1914)]
I-7
|
21204 |
envelop |
couvert (fr.):
couvert (Q021p Geleen),
envelop (<fr.):
envellop (Q021p Geleen),
envellope (Q021p Geleen),
envelop (Q021p Geleen),
omslag:
Opm. is verouderde benaming.
ŏmsjlaag (Q021p Geleen)
|
de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17985 |
epidemie |
besmettelijke krankte:
besjmaetelikke kraenkte (Q021p Geleen),
krankte die regeert:
B.v. bij een griepepidemie: de grip regeert.
de grip regeert (Q021p Geleen)
|
Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23608 |
epistel |
epistel (<lat.):
epistel (Q021p Geleen)
|
De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19013 |
er heet aan toegaan |
er vuur in het dak zijn:
dao is vuur in ⁄t daak! (Q021p Geleen),
spannen:
sjpanne (Q021p Geleen)
|
er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
27865 |
er wordt geschoten |
(het) brandt:
ǝt brɛnt (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Waarschuwende uitroep vóór het ontsteken van een schietlading. [N 95, 425; monogr.]
II-5
|
22433 |
ereboog |
boog:
bäög (Q021p Geleen),
ereboog:
eerebaog (Q021p Geleen),
eërebaog (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] || Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
24046 |
ereboog voor de jonge priester |
ereboog:
eërebaog (Q021p Geleen)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)]
III-3-3
|