id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
29055 | geren | geren: gērǝ (Geleen) | Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10] II-7 |
25066 | gering aantal, een paar | paar: paar (Geleen, ... ) | een gering aantal [paar] [N 91 (1982)] III-4-4 |
21822 | geroezemoes | geroezemoes (zn.): geroezemoes (Geleen) | druk praten en fluisteren, gezegd van een groep mensen, roezemoezen [tipselen, strisselen, lispelen] [N 87 (1981)] III-3-1 |
34240 | geronnen melk | zure melk: zūr mɛlk (Geleen) | Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.] I-11 |
20912 | gerookt spek | gerookt spek: gereukt spek (Geleen), geruikt spek (Geleen), rookspek: ruikspek (Geleen) | spek dat gerookt is [DC 48 (1973)] III-2-3 |
20583 | gerookte paling | gerookte paling: geruiktə pááling (Geleen) | panpaling; Hoe noemt U: Een gerookte panpaling [N 80 (1980)] III-2-3 |
32979 | gerst | gerst: gęǝst (Geleen) | Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4 |
21893 | geschenk | cadeau (fr.): kado (Geleen) | dat wat je kado geeft [gave, geschenk, gift, present, zende, kado] [N 89 (1982)] III-3-1 |
20475 | geslacht | familie: familie (Geleen), femielje (Geleen), ganse firma: Soms zegt men dit! ganse firma (Geleen) | de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2 |
17712 | geslachtsdelen (alg.) | getuig: getuug (Geleen) | geslachtsdelen in het algemeen [N 10c (1995)] III-1-1 |