21322 |
gevangenis |
<omschr.> iemand zit vast:
eemes zit vas (Q021p Geleen),
kast:
Van Dale: kast, 6. (gemeenz.) gevangenis.
kas (Q021p Geleen),
prison (<fr.):
Van Dale: prison (<Fr.), (gew.) gevangenis.
presong (Q021p Geleen)
|
de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] || gevangenis [SGV (1914)]
III-3-1
|
17790 |
gevoelig (zijn) |
empfindlich (du.):
emfintlich (Q021p Geleen),
gevoelig:
geveulig (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen,
Q021p Geleen),
pijnlijk:
pienlik (Q021p Geleen)
|
gevoelig [SGV (1914)] || Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17740 |
gevoelloos (zijn) |
dood:
daod (Q021p Geleen),
dóèad (Q021p Geleen),
helle, een - (zn.):
Uitdr.: dae vreug nao niks.
nen helle (Q021p Geleen)
|
Gevoelloos: geen gevoel hebben, geen pijn voelen (dood, gevoelloos). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
24003 |
gevormd worden |
gevormd worden:
gevòrmp waere (Q021p Geleen)
|
Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21439 |
geweer |
geweer:
gewaer (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19381 |
gewelf |
gewelf:
gewölf (Q021p Geleen),
gǝwølǝf (Q021p Geleen)
|
Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] || Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)]
II-9, III-3-3
|
23377 |
gewelfschildering |
muurschildering:
moersjildering (Q021p Geleen)
|
Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23987 |
geweten |
geweten:
geweite (Q021p Geleen)
|
Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25610 |
gewicht verliezen |
inschieten:
(het brood is) engǝšǭtǝ (Q021p Geleen)
|
Het verliezen van gewicht bij het bakken van het brood. Volgens de informant van L 270 houdt dit verlies aan gewicht ± 10% in. [N 29, 48]
II-1
|
25580 |
gewichtssteen |
gewichtssteen:
gǝwexštęjn (Q021p Geleen)
|
Gevraagd werd speciaal naar de stenen die men vroeger in plaats van gewichten gebruikte. [B 29, 33b; N 29, 105e; monogr.]
II-1
|