e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heiligenprentje prentje: prentje (Geleen) Een heiligenprentje, santje, ter opwekking van de devotie. [N 96B (1989)] III-3-3
heiligschenner schender: sjènner (Geleen) Een heiligschenner, -schender. [N 96D (1989)] III-3-3
heiligschennis heiligschennis: heiligsjènnes (Geleen) Heiligschennis, heiligschending, heiligschenderij, sacrilegie. [N 96D (1989)] III-3-3
heimelijk tekens geven foetelen: foetele (Geleen) Heimelijk tekens geven bij het kaarten [blikken]. [N 88 (1982)] III-3-2
heimwee heimwee: heimwae (Geleen) heimwee (hebben als iemand ergens niet kan wennen en erg naar huis verlangt, zegt men: Hij heeft (veel/erg/zon) .... [DC 45 (1970)] III-1-4
hek stanketsel: stakɛtsǝl (Geleen), veken: vē̜kǝ (Geleen) Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.] I-8
hek aan de ingang van een wei barrier: bǝrēr (Geleen), veken: vē̜kǝ (Geleen) In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.] I-8
hel hel: hèl (Geleen) De hel [hèl, höl]. [N 96D (1989)] III-3-3
helemaal, geheel en al ram: ram (Geleen), rats: rats (Geleen), rattekaal: rattekaal (Geleen) helemaal III-4-4
helpen helpen: helpe (Geleen) helpen (geen context) [DC 37 (1964)] III-1-4