| 17955 |
hinken |
hinkelen:
hĕnkele (Q021p Geleen),
hinken:
hènke (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
hènken (Q021p Geleen)
|
hinken, op een been springen [SGV (1914)] || Hinken: op één been voortspringen (hinken, hinkelen, hompen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 33839 |
hinniken |
hummeren:
hømǝrǝ (Q021p Geleen)
|
Het hoge keelgeluid dat een paard maakt. De klanknabootsende werkwoorden hummeren, himmeren en hommeren vertonen dezelfde klankwisseling als ruchelen, richelen en rochelen. [JG 1b, 2c; L B2, 291; L 22, 21; N 8, 47 en 65; S 5; Wi 57]
I-9
|
| 22838 |
hobbelpaard |
schokkelpaard:
sjokkelpaard (Q021p Geleen)
|
Hobbelpaard.
III-3-2
|
| 18191 |
hoed (alg.) |
hoed:
ho.t (Q021p Geleen),
hood (Q021p Geleen)
|
hoed [RND], [SGV (1914)]
III-1-3
|
| 34212 |
hoeden van koeien |
hoeden:
hø̄wǝn (Q021p Geleen),
hø̄ǝ (Q021p Geleen)
|
[N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.]
I-11
|
| 33804 |
hoef |
hoef:
hōf (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
[S 14; L 1a-m]Zie afbeelding 2.26. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 27, 6; N 8, 32.8 en 32.17; S 14]
I-11, I-9
|
| 31592 |
hoefstal, noodstal |
hoefstal:
hōfštalǝ (Q021p Geleen),
noodstal:
hǫatštal (Q021p Geleen),
nǭtštalǝ (Q021p Geleen)
|
Een uit houten planken of metalen buizen vervaardigd gestel dat vóór of in de smidse is opgesteld. Wanneer een paard moet worden beslagen, wordt het in de hoefstal geplaatst. Zie ook afb. 220. [N 33, 6; N 33, 374; S 14; L 1a-m; L 1u, 96; L B2, 278; A 43, 15; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
II-11
|
| 25008 |
hoek (tussen twee lijnen) |
hoek:
hook (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
winkel:
wìnkel (Q021p Geleen)
|
de ruimte tussen twee rechte lijnen of twee vlakken die elkaar ontmoeten [oord, hoek, winkel] [N 91 (1982)] || hoek [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 27936 |
hoekijzer |
hoekijzer:
hōkīzǝr (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Metalen verbinding tussen de kap en de stijl van een jukondersteuning. Het hoekijzer is in tegenstelling tot de kapschoen al aan de kap bevestigd en kan met behulp van bouten aan de stijl worden vastgeschroefd. [N 95, 755; monogr.]
II-5
|
| 22871 |
hoekschop |
corner (eng.):
cörner (Q021p Geleen),
Karte 168.
kørnər (Q021p Geleen),
hoekschop:
Karte 168.
hoekschop (Q021p Geleen)
|
Eckball. || Hoekschop. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|