17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
mep in de rug geven:
ein mep in de rögk gaeve (Q021p Geleen),
stomp in de rug geven:
eine sjtómp in de rögk (Q021p Geleen),
tokken:
toeke (Q021p Geleen)
|
slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)] || Stoten: een schokkende of krachtige duw geven (stoken, stuiken). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21985 |
in goede conditie (zijn) |
goede stelling:
goow sjtèlling (Q021p Geleen),
topvorm (zn.):
topform (Q021p Geleen)
|
Hoe zegt men van een duif: ze is in goede conditie? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22033 |
in groep vliegen |
in een troep vliegen:
in eine trop vleege (Q021p Geleen)
|
Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: in groep vliegen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
18227 |
in lompen gekleed |
schabbetig:
sjebbetig (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
aangeven:
aangaeven (Q021p Geleen),
aantekenen:
aanteikene (Q021p Geleen),
zich aangeven:
zich aangaeve (Q021p Geleen)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18525 |
in stof geplaatste zak |
steektas:
sjtaektesj (Q021p Geleen)
|
een in de stof geplaatste zak [N 59 (1973)]
III-1-3
|
20252 |
in verwachting zijn |
groot gaan:
graot gaon (Q021p Geleen),
groat gaon (Q021p Geleen),
gróèat gaon (Q021p Geleen)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
21856 |
in voorraad |
voorradig:
veurraodig zeen (Q021p Geleen)
|
in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
27867 |
inbraak, stopmijnen |
inbraak:
inbraak (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Emma])
|
De schietgaten die in het midden van het schietfront liggen. De schoten worden dusdanig geplaatst dat uit het front een wigvormig stuk wordt geschoten om de werking van de latere schoten te vergemakkelijken. [N 95, 800; N 95, 431; N 95, 435; monogr.; Vwo 170, Vwo 393; Vwo 752]
II-5
|
18037 |
indigestie (hebben) |
buikpijn:
boekpien (Q021p Geleen),
maag van streek:
de maag van sjtrēēk (Q021p Geleen),
stijfvreten:
NB: räöpsje = boeren.
sjtiefvraete (Q021p Geleen)
|
Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)]
III-1-2
|