e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kin kin: kin (Geleen, ... ) kin [DC 01 (1931)] III-1-1
kind (algemene benaming) kind: kendj (Geleen), kentj (Geleen, ... ), ken’t (Geleen), kîŋk (Geleen) kind [DC 03 (1934)] III-2-2
kind (troetelnaam) bekje: (= beestje). O, ja?  bĕjekse (Geleen), boksenbodem: bôksebaom (Geleen), doedeltje: doedelke (Geleen), foemeltje: foemelke (Geleen), kindje: kientje (Geleen), preetje: prīēke (Geleen), snobbeltje: sjnubbelke (Geleen) het liefkozend woord van ouderen voor kinderen [doeleke, dooier, fies, kadolleken, zoeteken, krotte, schijtgat, drulleke, hummel, etc.] [N 87 (1981)] III-2-2
kindercommunie kindercommunie (<lat.): kènjerkèmuune (Geleen) Een kindercommunie [kingerkómmelejoeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderdoop kinderdoop: kènjer-duip (Geleen) Een kinderdoop. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderfluitje pijpje: peepke (Geleen) Een fluitje gemaakt uit de holle stengel van een paardebloem [fiepertje]. [N 90 (1982)] III-3-2
kinderklokje engelenklok: engeleklok (Geleen) De kleine klok die geluid werd voor een gestorven kind, dat de eerste H.Communie nog niet gedaan had. [N 96A (1989)] III-3-3
kinderkoor kinderkoor: jòngeskoar  kèngerkoar (Geleen) Het kinderkoor, jongenskoor of knapenkoor, een zangkoor van kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school. [N 96B (1989)] III-3-3
kindermis kindermis: kènjermès (Geleen) Een kindermis, schoolmis [kiendermis, kingermès, sjoeëlmès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kindje jezus kindje jezus: kientje Jezès (Geleen) Het Jezuskind, het kind(je) Jezus, Jezuke. [N 96D (1989)] III-3-3