21945 |
kop op en neer schommelen (baltsverschijnsel) |
op dreef zijn:
op drif zeen (Q021p Geleen),
reebekken:
reebekke (Q021p Geleen)
|
Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: kop op en neer schommelen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
27995 |
kop van de pijler |
kop pijler:
kǫp [pijler] (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Emma])
|
Het einde van de pijler, in het algemeen tevens het hoogste punt van de pijler. De woorden en woorddelen (pijler) en (streb) zijn fonetisch gedocumenteerd in het lemma Pijler. [N 95, 280]
II-5
|
25412 |
kop verwijderen |
kop afsnijden:
kop ǭfšni-jǝ (Q021p Geleen)
|
Nadat de kop afgehuid is, wordt hij van het lijf gesneden of gehakt. [N 28, 44; monogr.]
II-1
|
21411 |
kopen |
kopen:
koupe (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
koopen [SGV (1914)] || kopen (geen context) [DC 37 (1964)]
III-3-1
|
19883 |
koper poetsen |
poetsen:
poetse (Q021p Geleen),
schuren:
schoere (Q021p Geleen)
|
metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
28230 |
koperen mijnlamp |
benzinlamp:
bɛnzīnlamp (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Domaniale]),
koperen lamp:
kōpǝrǝ lamp (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Uit koper, volgens Lochtman (pag. 47) ook uit messing vervaardigde benzinelamp. In de Nederlandse mijnen was de koperen lamp een onderscheidingsteken dat door iedereen die opzichter of hoger was, werd gedragen. In de mijnen van Zwartberg en Waterschei kon men volgens de invuller uit L 417 aan de koperen mijnlamp de ingenieurs herkennen. Naast de controle op mijngas was de koperen mijnlamp, aldus een respondent uit Q 113, ook nodig toen men nog met het kompas de richting moest aangeven. Een ijzeren lamp zou het kompas laten afwijken van het noorden. [N 95, 262a; N 95, 262b; N 95, 129; monogr.; N 95, 242]
II-5
|
27922 |
kophout |
kophout:
kǫphǫwt (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Een stijl met daarop een plankje of een stuk halfhout. Het geheel kan worden gebruikt als voorlopige ondersteuning in een kerf. Zie de semantische toelichting van de lemmata Inkerven en Kerf. [N 95, 492; N 95, 330; monogr.]
II-5
|
28871 |
kopieerwieltje |
raadje:
rē̜tjǝ (Q021p Geleen)
|
Een scherp getand wieltje aan een handvat om patronen uit te raderen. Zie afb. 5. [N 59, 4]
II-7
|
19582 |
kopje |
bak:
bak (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
tas:
tas (Q021p Geleen)
|
een kop koffie [SGV (1914)] || koffiekommetje zonder oor
III-2-1
|
21944 |
koppel |
koppel:
koppel (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
paar:
paar (Q021p Geleen)
|
Wat is de dialectbenaming voor: een paar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|