e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruipende boterbloem kraaienpoot: eigen spellingsysteem additie bij vraag 157 e.v. = kruipende boterbloem  kroajepoeat (Geleen) kruipende boterbloem [N 82 (1981)] III-4-3
kruis kruis: kruuts (Geleen, ... ) deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] || kruis [SGV (1914)] III-1-1, III-3-3
kruisbeeld kruis: kruuts (Geleen, ... ), kruisbeeld: kruutsbeeld (Geleen) Een beeld van Christus-aan-het-kruis [kruus, kruuts, kruu(t)sbeeld, kruusse-fiks?]. [N 96A (1989)] || Een kruisbeeld, het geheel van kruis en de eraan gehechte Christusfiguur. [N 96B (1989)] || Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)] III-3-3
kruisbes kroezel: kroasjel (Geleen), krouäschel (Geleen) [DC 13 (1945)] I-7
kruisdagen kruisdagen: kruutsdaag (Geleen) De drie dagen vóór Hemelvaartsdag, de kruisdagen [krütsdaag, kruusdaog]. [N 96C (1989)] III-3-3
kruisheer kruisheer: kruutsheër (Geleen) Een Kruisheer [Kruushier]. [N 96D (1989)] III-3-3
kruisje aan een kettinkje kruisje: krutske (Geleen) Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisje van de rozenkrans kruisje: krutske (Geleen) Het kruisje aan de rozenkrans. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisprocessie kruisprocessie (<lat.): kruutsprecesse (Geleen), processie (<lat.): prəsɛsə (Geleen) De processie die tijdens de kruisdagen gehouden wordt voor een goede oogst, de kruisprocessie . [N 96C (1989)] || kruisen [RND] III-3-3
kruisteken kruisteken: kruutsteike (Geleen) Een kruisteken [kruis, krèùs/kröös, kruus, kruuts, kruusteiken?]. [N 96B (1989)] III-3-3