e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meikoningin meikoningin: meikeuningin (Geleen) Het gebruik om op 30 april of een dag in mei een meisje tot koningin of een jongen tot koning te kiezen [meikoningin]. [N 88 (1982)] III-3-2
meineed meineed: mieneid (Geleen) een valse eed, meineed [N 96D (1989)] III-3-1
meisje meidje: mĕtje (Geleen) meisje [SGV (1914)] III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft liefste: lēfstə (Geleen), mecheltje: mechelke (Geleen), meidje: maedje (Geleen), mēͅtjə (Geleen), ⁄t méédje (Geleen) het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft? (Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie men verloofd is meidje: ⁄t méédje (Geleen), verloofde: vərlōf˂də (Geleen) (Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft?) Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is? [DC 05 (1937)] || verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] III-2-2
mekkeren bleken: blē̜kǝ (Geleen) Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.] I-12
melig meelachtig: eigen spellingsysteem  maeletig (Geleen), melig: WLD ?  maelig (Geleen) Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)] III-2-3
melk melk: melk (Geleen), mølk (Geleen), męlk (Geleen), męlǝk (Geleen), mɛlk (Geleen), mɛlǝk (Geleen) De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11
melk zeven zijen: zii̯ǝn (Geleen) De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324] I-11
melkboer melkboer: mɛləgbu:ər (Geleen) melkboer [RND] III-3-1