e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met zwakke werking slap: šlap (Geleen), zwak: šwāk (Geleen) Kwaliteitsaanduiding, gezegd van bloem die nat is of geen weerstand heeft. Deze bloem is in het algemeen van inlandse komaf en daardoor zou men zeggen van slechtere kwaliteit [N 29, 16] II-1
meterstok vaarstek: vārštɛk (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Gereedschap van de opzichter. Soort stok van 1 m lengte met als handgreep een klein houweeltje waarvan de ene kant scherp was en waarvan de andere kant een hamertje vormde. In lage pijlers hadden meester-opzichters soms een stokje van 0.5 meter. Met de meterstok kon men in steenwerk vooral direct de afstand tussen de ondersteuningen nameten, bouten aanslaan of vastzetten en losse stenen aankloppen of wegtrekken, aldus de informant van Q 15. [N 95, 129; monogr.] II-5
metselaar metselaar: mętsǝlē̜r (Geleen), mɛtsǝlē̜r (Geleen) Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld] II-9
metworst braadworst: braotwoosj (Geleen), droogworst: ae aan elkaar  druaegwoosj (Geleen) metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)] III-2-3
mevrouw madam (<fr.): medam (Geleen, ... ) hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)] III-3-1
miauwen mauwen: eigen spellingsysteem  mäuwen (Geleen) Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)] III-2-1
middag (s middags) middag: middəg (Geleen), s nadenoens: sjnaodenoans (Geleen) middag [RND] || s middags III-4-4
middagdienst, late dienst middagschicht: medexšex (Geleen  [(Maurits)]   [Willem-Sophia]) De werktijd van ''s middags 2 uur tot ''s avonds 10uur. Volgens Defoin (pag. 209) wordt de namiddagdienst in de pijlers waar de kolenwinning tijdens de morgendienst geschiedt, besteed aan het verplaatsen van de installaties en de nachtdienst aan de dakbreuk. In die waar de kolenwinning tijdens de namiddagdienst geschiedt, verricht men de verplaatsing van de installaties in de nachtdienst en de dakbreuk in de volgende morgendienst. Voor de middagdienst had men, volgens de informant van Q 15, een driekantige penning. Zie ook het lemma Controlepenning. [N 95, 117; monogr.; Vwo 509; Vwo 510; Vwo 807] II-5
middagdutje middagslaap: middigsjlaop (Geleen), ungeren (zn.): onjere (Geleen), ónjere (Geleen) middagdutje [SGV (1914)] || Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)] III-1-2
middagdutje doen ungeren (ww.): onjeren (Geleen), ónjere (Geleen, ... ) middagdutje [een ~ doen] [SGV (1914)] || middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] || Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] III-1-2