e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nek nek: nak (Geleen), nek (Geleen) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
nemen, pakken nemen: nummen (Geleen), pakken: pakke (Geleen) nemen [SGV (1914)] || pakken [SGV (1914)] III-1-2
neomist neomist (<gr.): neomis (Geleen) Een pas gewijde priester, Neomist. [N 96D (1989)] III-3-3
nerf van een blad nerf: eigen spellingsysteem  nerf (Geleen), ribbe: rubben (Geleen) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3
nest nest: nest (Geleen) nest III-4-1
nest, hoeveelheid jongen nest: nes (Geleen), WLD ?  nes (Geleen), worp: eigen spellingsysteem  worp (Geleen), wurp (Geleen) Hoe noemt u de hoeveelheid jongen die een dier in één keer heeft (nest) [N 83 (1981)] III-4-2
nestduif nestduif: nèsdoeve (Geleen) Kent U daarin diverse variëteiten of rassen? Welke? Geef naam en eigenschappen. [N 93 (1983)] III-3-2
nestelen bouwen: boewen (Geleen), maken: make (Geleen), nestelen: nĕstelen (Geleen), nistele (Geleen), nèstele (Geleen), nesten: nesten (Geleen) een nestje maken, gezegd van vogels (timmeren, vuren, bouwen) [N 83 (1981)] || nestelen [SGV (1914)] || nesten (ww.) [SGV (1914)] III-4-1
nestelgaatje (bij knoopsgat) lokje: lø̜̄kskǝ (Geleen) Het peervormige gaatje aan de voorkant van een knoopsgat. [N 59, 140] II-7
nestverlater vlug: vlök (Geleen), vlugjong: op t punt uit te vliegen  flókjonge (Geleen) in staat zijn om uit het nest te vliegen, gezegd van jonge volgels (vlug, stug, uitgevlogen, uitladen) [N 83 (1981)] || vogeltje III-4-1