e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onze-lieve-vrouw onze-lieve-vrouw: oos leeve vrouw (Geleen) Onze Lieve Vrouw [Lie(f)vrouw, Sliefvrouw]. [N 96D (1989)] III-3-3
onze-lieve-vrouweplaat altijddurende bijstand: altied doerende biejsjtandj (Geleen) Een plaat, afbeelding van O.L.V. van Altijddurende Bijstand. [N 96B (1989)] III-3-3
onzedigheid ontucht: òntuch (Geleen) Onzedig, onzedigheid. [N 96D (1989)] III-3-3
onzevader onzevader: ònze vaader (Geleen, ... ) Het door de priester gezongen Pater Noster, het Onze Vader. [N 96B (1989)] || Het gebed "Onze Vader", "Pater noster"[Vadder-óns, Vadder-ónzer, noster]. [N 96B (1989)] III-3-3
onzevaderkralen dikke kralen: dikke kralle (Geleen) De Onze-Vaderkralen (6 stuks). [N 96B (1989)] III-3-3
onzichtbaar naaien blind naaien: blęnjtj nēję (Geleen) Naaien zonder zichtbare naden. [N 59, 70; N 62, 15c; N 59, 59] II-7
onzichtbare sluiting blinde sluiting: blénj sjleeting (Geleen) een jas met onzichtbare sluiting [N 59 (1973)] III-1-3
ooft ooft: oaef (Geleen), ooften: èùf (Geleen), öef (Geleen), öft (Geleen) ooft || ooft; Hoe noemt U: Appelen of peren, in schijven gedroogd (in de oven) [N 80 (1980)] || roerom; Hoe noemt U: Een gerecht dat bestaat uit meel, gekookt in water of melk, met stroop en vet opgediend (treot, potstroe, ruierom, potjebuul) [N 80 (1980)] III-2-3
ooftvlaai ooftenvlaai: Syst. WBD  euvevlaai (Geleen) Vla met moes van gedroogde appelen (euftevlaoj, zwarte vla?) [N 16 (1962)] III-2-3
oog oog: aug (Geleen, ... ), o.ugən (Geleen), oug (Geleen) ogen [RND] || oog [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1