e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opbraak opbraak: opbraak (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]) Een blinde schacht die in opwaartse richting wordt gedreven. De invuller uit L 417 merkt daarover voor de mijnen in Zwartberg en Waterschei op dat een opbraak en een neerbraak (zie het lemma Neebraak) een "beurkê", d.w.z. een blinde schacht, in opbouw zijn. [N 95, 183; N 95, 78; monogr.; Vwo 206; Vwo 567] II-5
opeenschuiven opeenschuiven: opein sjuve (Geleen), schuiven: sjuuve (Geleen) stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)] III-1-2
openbare verkoop verkoop: verkaup (Geleen) een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] III-3-1
openbare weg baan: baan (Geleen, ... ) een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)] III-3-1
opereren opereren: opereere (Geleen), operere (Geleen), snijden: sjnieje (Geleen) Opereren: een operatie verrichten (vlijmen, snijden). [N 84 (1981)] III-1-2
opgewarmde koffie oude koffie: Syst. WBD  auwe koffêê (Geleen) Opgewarmde koffie (schuddebol?) [N 16 (1962)] III-2-3
opgezette zak opgestikte tas: opgesjtikde tesj (Geleen) een opgezette zak (opgezette zak of tes, stölpzak) [N 59 (1973)] III-1-3
opgooien (tossen) opsmijten: opsjmiete (Geleen) Het kansspel waarbij een munt opgegooid wordt; de winnaar is degene die goed voorspeld heeft welke zijde (kruis of munt) boven zal liggen [koppelen, letteren, opgooien, omgooien, omroeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
opgroeiend jong kipje kuiken: kȳkǝ (Geleen) Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c] I-12
ophaalmachinist ophaalmachinist: ophǭlmašenes (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De arbeider die de ophaalmachine bedient. [N 95, 134; monogr.] II-5