27961 |
betonblokkenkoker |
blokkenkoker:
blǫkǝkōkǝr (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
koker:
kōkǝr (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Laura, Julia])
|
Gesloten ondersteuning die is opgebouwd uit betonblokken. Deze ondersteuning wordt gebruikt in steengangen die langere tijd bestaan en op plaatsen waar grote druk wordt verwacht of, volgens de invuller uit Q 33, waar weinig of geen onderhoud mogelijk is of was. Uit de opmerkingen van een respondent uit Q 113 blijkt dat men in de vier Oranje-Nassaumijnen de betonblokkenkoker bij een storing toepaste. [N 95, 341; monogr.; N 95, 342]
II-5
|
21516 |
betrappen |
attraperen (<fr.):
attraperen (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
snappen:
sjnappe (Q021p Geleen)
|
een dief bij het stelen verrassen [betrappen, attraperen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25106 |
betrekken (lucht) |
betrekken:
⁄t betrèk (Q021p Geleen),
zich betrekken:
zich betrekke (Q021p Geleen),
zich gaan betrekken:
(niet exact).
⁄t geit zich betrééke (Q021p Geleen)
|
eerst helder zijn, maar daarna dreigen te gaan regenen, gezegd van het weer [zich berouwen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
18157 |
betten van een wonde |
baden:
beè (Q021p Geleen),
deppen:
deppe (Q021p Geleen),
nat houden:
naat hawte (Q021p Geleen)
|
lessen: Een wonde betten (lessen, betten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22421 |
beugelen |
beugelen:
beugele (Q021p Geleen)
|
Het balspel waarbij een bal door een ijzeren ring, beugel geslagen moet worden [beugelen, klossen, kolven]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24561 |
beuk |
beuk:
-
beuk (Q021p Geleen)
|
beuk (Fagus) [DC 39 (1965)]
III-4-3
|
24468 |
beukennootje |
beukel:
-
beukel (Q021p Geleen)
|
beukennootje [DC 39 (1965)]
III-4-3
|
22159 |
beul |
beul:
de beul (Q021p Geleen)
|
Bij gepaarde duiven spelen op de jaloersheid door bij de duivin een andere doffer te plaatsen dan de partner (de beul)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21023 |
beurs |
beurs:
de beusj (Q021p Geleen)
|
De ruimte achter in de kerk, tussen de laatste bank en de deur van het kerkportaal [de beurs?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20180 |
bevallen |
bevallen:
bevalle (Q021p Geleen),
een kindje krijgen:
e kiendje kriege (Q021p Geleen),
kindje krijgen:
kientje kriege (Q021p Geleen)
|
Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|